In deze contracten leggen gemeenten afspraken vast met probleemjongeren die zich asociaal gedragen. Jongeren moeten hun handtekening zetten onder een overeenkomst waarin bijvoorbeeld staat dat zij niet meer bij winkelcentra rondhangen, voorbijgangers intimideren, nachtelijke geluidsoverlast veroorzaken of graffiti spuiten. Verbreken zij dit contract, dan kan de rechter passende maatregelen nemen.Het plan voor een ”Ik doe normaal”-contract is afkomstig van ChristenUnieleider Rouvoet, die het in 2003 aan minister Donner voorstelde. De minister toonde zich aanvankelijk niet enthousiast, maar heeft zijn mening na diverse gesprekken met Rouvoet bijgesteld.

Het idee komt oorspronkelijk uit Engeland, waar het al regelmatig wordt toegepast bij mensen die overlast veroorzaken, bijvoorbeeld door openbare dronkenschap of het voortdurend op stelten zetten van een eerstehulppost.

Via een ”Ik doe normaal”-contract kan de overheid gedrag aanpakken dat niet meteen onder het strafrecht valt, maar dat door burgers wel als zeer storend wordt ervaren.

Voor de probleemjongeren in kwestie is het hun laatste kans om niet met justitie in aanraking te komen.

Rotterdam begint op 1 maart met de proef. Hoe lang deze zal duren en hoeveel jongeren een contract met de gemeente ondertekenen, kan het ministerie van Justitie nog niet zeggen.