Cardoso: Ook Nederland heeft een probleem - integratie
UTRECHT - Al bijna twintig jaar lang worden alle Latijns-Amerikaanse landen, behalve één, bestuurd door democratisch gekozen regeringen. Ook Brazilië hoort daarbij. Een regionale supermacht, een economische reus met grote verschillen tussen arm en rijk. Prof. Fernando Henrique Cardoso was van 1995 tot 2003 president van het land. Hij is twee dagen in Nederland. „Jullie hebben net zo’n probleem als wij: integratie.”
Eerlijk gezegd is Fernando Henrique Cardoso met zijn 74 jaar best een beetje moe van gesprekken die hij dinsdag en gisteren in Nederland heeft gevoerd. Nadat hij gisteren een lezing hield in het Academiegebouw op uitnodiging van de Society for International Development (SID) en de Universiteit Utrecht, ging de lunch er dan ook prima in. Overigens trok Cardoso een bomvolle zaal, waarin diplomaten en studenten rijkelijk waren vertegenwoordigd.Nog dezelfde dag reisde Cardoso door naar Oxford. Het weekeind verblijft hij Madrid en vervolgens gaat hij naar Genève. „En daarna steek ik de Oceaan weer over naar Brazilië.” Om de puntjes op de i te zetten, voegt hij eraan toe dat hij in het dagelijks leven te vinden is in zijn Instituto Fernando Henrique Cardoso (IFHC) in Sao Paulo, een denktank. Hij is getrouwd met Ruth en heeft drie kinderen. „Mijn vrouw is hoogleraar politicologie en net als ik is zij niet veel thuis.”
Hij vouwt zijn handen samen en kijkt door de statige vensters naar buiten, waar de grijze Hollandse lucht laag hangt. Van huis uit is Cardoso socioloog. Hij heeft werkelijk een indrukwekkende staat van dienst. Filosoferen over het democratiseringsproces van Latijns-Amerika is hem op het lijf geschreven. Ook van globalisering weet hij het nodige af. Toch is hij geen studeerkamergeleerde. Veeleer is hij een toegankelijk mens. Hij houdt geen „lezing, maar een praatje over wat er gaande is op mijn continent.”
Kwetsbaar
Prins Carlos de Bourbon de Parme roemt in een korte introductie de kwaliteiten en inzicht van de Braziliaanse grijze eminentie, die in de jaren zestig nog in ballingschap verkeerde vanwege de Braziliaanse dictatuur. Uit de losse pols ontvouwt Cardoso hoe hij het ziet. „Weet je, in de meeste landen van Latijns-Amerika is het democratische proces nog uiterst kwetsbaar.” Dat zie je volgens Cardoso aan de politici en de politieke partijen. „Ze houden zich bezig met hun eigen programma’s en projecten en vergeten gevoeglijk naar de mensen te luisteren.”
Wat zijn eigen land betreft, zijn de decennia van explosieve bevolkingsgroei voorbij. „We zijn echter ook nog lang niet toe aan de welbekende grijze golf waar Europa zich zorgen over maakt.” Toen Cardoso aantrad als president, leefde 40 procent van de Brazilianen in armoede. „Nu is dat aandeel verminderd tot 30 procent; 12 procent daarvan verkeert in absolute armoede.” Cardoso beseft dat, als we het over Latijns-Amerika in het geheel hebben, we spreken van 224 miljoen armen en 96 miljoen extreme armen.
Cardoso kent de geschiedenis van zijn land. „We hadden land en slaven in overvloed. Nu is dat anders. We hebben geen slaven meer en het land is beter verdeeld.” Op 1 januari 1995 zag hij zich, als staatshoofd, geplaatst voor het spookbeeld van de hyperinflatie. „Die heb ik weten te beteugelen. Ik dacht door middel van privatisering de economie aan te jagen en de ontwikkeling te verbeteren, want ik moest armoede en sociale onrechtvaardigheid te lijf gaan. En tegelijkertijd wilde ik de democratisering bevorderen.”
De jaren negentig brachten Brazilië ingrijpende veranderingen; zowel successen als teleurstellingen. Het land werd meegenomen in de zuigkracht van de globalisering. Brazilië exporteert veel en is het land van de investeringen. De mensen veranderden eveneens, zegt Cardoso met twinkelende ogen. „Want hoe meer democratie, vrijheid en ontwikkeling er komt, hoe meer de mensen gaan klagen en eisen.”
Onderwijs
Het sleutelwoord van de toekomst is wat Cardoso betreft onderwijs. „Economische groei zonder educatie loopt fout. Andersom ook: als je een goed opgeleide bevolking hebt en geen banen, loopt het mis. Hier zit ’m de crux van ontwikkeling. Het is zaak dat dergelijke processen secuur worden begeleid. Ik ben me ervan bewust dat het tijd vraagt.”
Volharding is punt twee, benadrukt Cardoso. „Kijk, in Brazilië maken we om de zoveel tijd een crisis door. Dat hoort erbij. Daar moet je niet van in paniek raken. Toen Lula da Silva president werd, dacht iedereen dat hij voor een onmogelijke taak stond. En ziedaar, het blijkt weer mee te vallen.”
Ontwikkeling hangt in de optiek van Cardoso van veel factoren af. „Ontwikkeling is per land verschillend. Zij is geen constructie, maar een historisch proces en heeft vooral te maken met leiderschap, verbeelding en creativiteit.”
Corruptie en andere zaken teisteren ook Latijns-Amerikaanse democratieën. Hoe zit dat in uw land?
„Zoals ik al zei houden de politici en de politieke partijen zich voornamelijk met hun eigen toko bezig. Ze hebben nauwelijks oog voor het volk. Ze zijn het contact met de basis volkomen kwijtgeraakt.
Daarentegen maken de Brazilianen zich zorgen over de veiligheid. Criminaliteit, geweld en drugs beheersen hun dagelijkse bestaan. En dat zijn de zaken waar de politiek zich juist druk om moet maken. Anderzijds weten de politici het antwoord niet op al die problemen, evenmin als ik dat heb. Maar we zouden samen meer moeten zoeken naar andere vormen om de dingen aan te pakken. Nu is er geen brug tussen het politieke stelsel en de bevolking. Ik denk dat die brug wel moet worden geslagen.
Het kan zijn dat het systeem van proportionele vertegenwoordiging voor een deel onze kwalen veroorzaakt. We zouden moeten streven naar een systeem van evenredige vertegenwoordiging of iets dergelijks. Persoonlijk ben ik nogal gecharmeerd van het Duitse kiesstelsel.”
Wat valt u op in Nederland?
„In Brazilië gaat het om de integratie van de armen in de samenleving. Maar Nederland heeft ook een probleem: hoe de verschillende nationaliteiten te integreren. Het is in feite eenzelfde uitdaging die moet worden aangegaan.”