Verdonk bezocht de havenstad in het kader van de integratiecampagne Rotterdam Mee! De gemeente kent vanwege de campagne subsidies toe aan 150 projecten waarin integratie centraal staat. Verder kunnen 2000 inwoners een enquête over het onderwerp invullen. De resultaten daarvan worden op 3 februari bekendgemaakt tijdens een slotbijeenkomst in de Van Nellefabriek.Verdonk, gekleed in een speciaal groen enquêteursjasje, voelde in de Paul Krugerstraat woensdag een handvol Rotterdammers aan de tand. Op de vragenlijst konden zij onder meer aangeven of zij zich thuisvoelen in Rotterdam. „Ja", antwoordde een Turkse man, die 32 jaar in Nederland als kraanmachinist heeft gewerkt. „Maar twee jaar geleden was het hier nog levensgevaarlijk."

Hij geeft aan dat hij het belangrijk vindt dat immigranten Nederlands spreken. „Ik zei het tien jaar geleden al. Daarmee moet je thuis en op school meteen beginnen". Daarnaast vindt hij gelijke kansen voor jongens en meisjes en voor andersdenkenden belangrijk. Ook voor homoseksuelen. „Dat moet iedereen zelf weten".

Een vrouw van middelbare leeftijd, zelf getrouwd geweest met een man van Marokkaanse komaf, denkt dat de gemeente goed bezig is, wat integratie betreft. Op de vraag of het integratieprobleem over enkele jaren is opgelost, antwoordt zij „Ik hoop van wel."

Wethouder Geluk (Onderwijs en Integratie) denkt dat de enquête een goede manier is om eens met de autochtone bevolking van gedachten te wisselen. „Zij komen niet zo snel op islamdebatten en dergelijke af."

Volgens minisiter Verdonk is het eenvoudig zelf het goede voorbeeld te geven. „Maak eens een praatje of nodig mensen van een andere nationaliteit uit voor een etentje. Wie het hier naar de zin heeft, merkt dat er niks mis is met het stellen van eisen aan nieuwkomers."