President Bush gaf na de septemberaanslagen in 2001 het NSA toestemming om binnenlands en buitenlands telefoonverkeer af te luisteren zonder de daarvoor wettelijk vereiste toestemming van een speciale rechtbank. Het Center for Constitutional Rights behartigt onder meer de belangen van mensen die door de regering-Bush beschuldigd worden van terroristische activiteit tegen de VS.Door telefoonverkeer af te luisteren is de vertrouwelijkheid tussen advocaat en cliënt geschonden, aldus een van de claims van het Center. In Detroit diende de burgerrechtenorganisatie American Civil Liberties Union (ACLU) samen met andere organisaties en individuen een klacht in tegen het NSA. Volgens beide aanklachten heeft president Bush illegaal gehandeld en zijn bevoegdheden overschreden door de wettelijke beperkingen op afluisteren te negeren.

Woordvoerder Brian Roehrkasse van het ministerie van Justitie in Washington noemde de aanklachten „zonder enige wettige basis.” Hij kondigde aan dat de overheid zich „energiek” tegen de aanklachten zal verdedigen.

Intussen voegde oud-vicepresident Al Gore zich dinsdag bij het koor van critici van de affaire. Het feit dat president Bush afluisteren zonder rechterlijke toestemming heeft toegestaan, noemde Gore „een bedreiging van de kern van onze rechtsstaat.”

Volgens Gore moet er een onafhankelijk onderzoek naar de affaire komen. Republikeins senator Arlen Specter heeft al hoorzittingen aangekondigd over de affaire. Specter is voorzitter van de juridische commissie van de Senaat. Gore ziet daar niet veel heil in. Hij is bang dat de Republikeinse meerderheid van de Senaat de president zal beschermen en de affaire „onder het tapijt zal vegen.”

Hij werd onmiddellijk van repliek gediend door Witte Huiswoordvoerder Scott McClellan, die verklaarde dat de regering-Bush „niets te verbergen heeft.”