Inkomsten kerken ook in 2004 nog gestegen
UTRECHT - De vijf kerkgenootschappen die meedoen aan de landelijke actie Kerkbalans hebben, ondanks een dalend ledental in 2004, hun totale inkomsten opnieuw zien stijgen. De 6,8 miljoen leden van de Rooms-Katholieke Kerk, de Protestantse Kerk in Nederland en drie kleinere kerkgenootschappen brachten in totaal 380,3 miljoen euro op. Dat is 1,4 procent meer dan in 2003.
Dat werd donderdag duidelijk bij de landelijke start van de actie Kerkbalans. Dit is de gezamenlijke geldwervingscampagne van vijf kerken: de Rooms-Katholieke Kerk, de Protestantse Kerk in Nederland, de Oud-Katholieke Kerk, de Doopsgezinde Societeit en de Remonstrantse Broederschap.De stijging van de inkomsten is in de afgelopen jaren absoluut en procentueel steeds kleiner geworden. Uit de resultaten van de toezeggingen voor Kerkbalans in 2005 in ruim 450 gemeenten in de PKN blijkt dat zich vorig jaar voor het eerst een lichte daling (0,46 procent) heeft voorgedaan.
De secretaris van de Interkerkelijke Commissie Geldwerving (ICG), mr. J. M. Chr. Klok, waarschuwde de deelnemende kerken donderdag voor „sleetsheid” bij de actie kerkbalans. „We moeten oppassen dat het geen routineus gebeuren wordt. We moeten juist ook nieuwe middelen benutten, zoals internet, om meer mensen te betrekken bij dit werk. Dat dat kan, hebben enkele proefprojecten aangetoond.”
De PKN, die in mei 2004 ontstond uit de fusie van hervormden, gereformeerden en lutheranen, boekte een stijging van de bijdragen met 1,4 procent tot ruim 266 miljoen euro. Dit ondanks het feit dat in ongeveer honderd plaatselijke hervormde gemeenten een scheuring plaatsvond omdat leden van gemeenten niet mee wilden gaan in de Protestantse Kerk. Zij vormen sindsdien de Hersteld Hervormde Kerk (HHK).
Volgens ds. G. de Fijter, vicevoorzitter van de synode van de PKN, lijkt het erop dat degenen die wel meegegaan zijn in de Protestantse Kerk „extra gemotiveerd” zijn en „er alles aan doen om het gemeenteleven in hervormde gemeenten te kunnen voortzetten. Ik denk trouwens dat die gemotiveerdheid evengoed geldt voor de leden van de Hersteld Hervormde Kerk. Ook zij willen er de schouders onder zetten om met elkaar een gemeenteleven op te bouwen.”
Op de vraag hoe de uiteindelijke uitkomst zal zijn van de geldwerving in de PKN over 2005, kon ds. De Fijter niets zeggen. „Ik weet het eenvoudig niet. Wel heeft het ons zeer verrast dat er signalen zijn van een inkomstenstijging over 2005 in gemeenten waar de scheuring diep heeft ingegrepen.” Uit informatie van de Raad voor de Plaatselijke Geldwerving van de PKN, blijkt dat de Protestantse Kerk ongeveer 2 miljoen belijdende leden en doopleden telt. Sinds de kerkvereniging van mei 2004 zijn in dat aantal niet meer de geboorteleden en overige leden begrepen die de Nederlandse Hervormde Kerk wel kende. De raad komt op een cijfer van ongeveer 2 miljoen leden door de plaatselijke aantallen belijdende en doopleden, die vermeld staan in het onlangs verschenen jaarboek van de PKN, bij elkaar op te tellen. Officiële cijfers kan de Protestantse Kerk, onder andere door de invoering van een nieuw ledenadministratiesysteem, nu nog niet geven.
Als het ledental inderdaad op 2 miljoen staat, betekent dit dat het ledental van de PKN vanaf begin 2004 tot en met najaar 2005 met ongeveer 100.000 is gedaald, een teruggang van zo’n 4,7 procent. De resultaten van de scheuring in mei 2004 zijn in de in het jaarboek vermelde ledentallen overigens nog niet verwerkt omdat veel hervormde gemeenten en hersteld hervormde gemeenten de ledenbestanden nog niet ontvlochten hebben.
Secretaris J. Klok constateerde donderdag bezorgd dat de overheid steeds minder bijdraagt aan de instandhouding van monumentale kerkgebouwen. De helft van de kerkgebouwen staat op de monumentenlijst. „Dit zal er onherroepelijk toe leiden dat meer monumentale kerken een prooi voor verwaarlozing en sloop zullen worden. Dat moet dan maar. Wij moeten ons als kerken allereerst richten op onze corebusiness. En dat zijn niet de gebouwen, maar dat is het pastoraat.”
Kardinaal A. Simonis hield dit jaar een toespraak namens een van de deelnemende kerken. Hij waarschuwde voor het doorgaande individualisme in de maatschappij. Volgens hem moeten christenen zich afvragen hoe het komt dat mensen niet meer betrokken zijn op kerk en geloof. „Heeft het iets van doen met de wijze waarop wij ons geloof beleven? Want als ons belijden lauw is, of ons handelen achterblijft bij ons belijden, roepen wij de hoon dan ook niet over onszelf af? Wat is dan de waarde van de kerk? Zijn wij als christenen dan nog geloofwaardig?”