Dagen tellen
God de Heere draagt kennis en houdt boek van de tijd die Hij u geeft en hoe u ze doorbrengt. Het kan zijn dat uw jaren, maanden en dagen, de een na de ander, heengaan zonder dat u er acht opslaat hoe ze doorgebracht worden. Weet dat God wel kennis daarvan draagt. Bedenk wel, gij die van God lange tijd van leven gekregen hebt en vele middelen hebt om goed te doen, dat het alles in Gods gedenkboek wordt opgetekend.
Zoals God kennisneemt van de tijd, zult u ook eens rekenschap daarvan moeten afleggen, ook van elk ijdel woord dat u gesproken heeft, ja, nog meer, van elk jaar, maand en dag die we in ijdelheid hebben doorgebracht. U zult rekenschap moeten afleggen van drie posten. Van het goede aan ons geboden en door ons nagelaten, van het kwade aan ons verboden en door ons bedreven, en van de tijd aan ons gegeven en door ons verloren.Wanneer wij voor een mens rekenschap moesten afleggen van onze tijd, wij zouden schaamrood staan. Hoeveel te meer is dat voor de ogen van die grote en reine God, de Gever van alle tijd. Hij geeft geen toestemming om de minste tijd ook maar voor kwaad te misbruiken. Toen de eerste wereld zijn tijd liet voorbijgaan met eten en drinken, zonder de naderende straf van God op te merken, maakte God een eind aan alle vlees.
Acht de tijd die God u geeft toch hoog. Niemand acht zijn gezondheid zo hoog dan hij die ziek begint te worden.
Johannes Penon, predikant te Emden (”Gods tuchtschool”, 1665)