„Wij leven financieel op het randje”
WOERDEN - Geen merkkleding, boodschappen van de Aldi en speuren naar koopjes. De familie Hanse moet de eindjes aan elkaar knopen. „We hopen en bidden dat de wasmachine of de auto het niet begeeft. Wij leven financieel op het randje.”
Minister Zalm gaat te kort door de bocht met zijn uitspraken over armoede, vindt I. M. Hanse. „Vergeleken met derdewereldlanden mag in Nederland niemand klagen. Armoede hangt echter af van de welvaart in de directe omgeving.”Moeder Hanse gebruikt een voorbeeld van de camping. „Als je zomers voor de tent je kinderen wast in een teiltje, valt dat niemand op. Iedereen doet het immers. Gaan de kinderen thuis echter ook noodgedwongen in een teiltje omdat een douche ontbreekt, dan is er ineens sprake van een schrijnende situatie. Als je een eenling bent, is een situatie moeilijker te dragen.”
Hanse is moeder van zes kinderen in de leeftijd van 9 tot 24. Zelf werkt ze twee dagen per week in het onderwijs. „Liever bleef ik thuis, maar we kunnen het geld niet missen.” Haar man werkt in deeltijd als pastoraal medewerker, een WAO-uitkering vult het salaris aan.
De 46-jarige Hanse constateert dat de verschillen tussen arm en rijk groter zijn dan in de jaren vijftig. „Toen was er sprake van een homogene groep, iedereen at dubbele boterhammen.”
Het gezin rijdt al acht jaar in een oude Chrysler Voyager, destijds gekocht met geleend geld. „In al die acht jaren hebben we nog niet kunnen aflossen. We hopen en bidden dat er niets kapotgaat. We kunnen de auto gewoon niet vervangen.”
Financiële tegenslagen komen hard aan. „In vier jaar tijd zijn tien fietsen gestolen. Dat zijn zware tegenvallers.” Continu houdt Hanse de uitgaven tegen het licht. Zo valt er al enige tijd geen krant meer op de mat. „Die rekening is net een druppeltje te veel.”
Het kabinet voorspelt dat huishoudens volgend jaar meer kunnen besteden. Hanse reageert sceptisch. Alhoewel: „We gaan minder betalen aan premies voor de ziektekosten. Nu zijn we nog 600 euro per maand kwijt, volgend jaar daalt dit bedrag met 300 euro. Dat geeft lucht.”
Het dagelijkse leven is doortrokken van geldgebrek. „Soms weegt het zwaar. Op andere momenten denk ik: Het is wel goed, toedeloe. We hebben nog eten, drinken en een mooi huis. Tot op heden is het altijd nog gelukt om rond te komen.”