ABN had informant bij concurrent
AMSTERDAM - In de overnamestrijd rond de Italiaanse bank Antonveneta had ABN AMRO een informant bij concurrent Banca Popolare di Lodi. Deze informant gaf informatie over transacties die samenhingen met Antonveneta. Dat meldt Het Financieele Dagblad woensdag.
Bij Banca Popolare di Lodi -tegenwoordig Banca Popolare Italiana- waren achttien bankrekeningen geopend voor relaties van topman Gianpiero Fiorani. Op de rekeningen werd geld geboekt dat werd gebruikt voor de aankoop van aandelen Antonveneta. Nadat de overnamestrijd in het openbaar losbarstte, verkochten de rekeninghouders hun stukken aan Banca Popolare di Lodi. De bank kon zo geheim houden dat hij een veel groter belang had in Antonveneta dan officieel was gemeld. De informant werkt inmiddels niet meer voor de bank.Banca Popolare Italiana heeft ondertussen zijn financiële resultaten voor het boekjaar 2004 herzien. Het bedrijf meldt nu een verlies van 26,6 miljoen euro, tegen een in maart gerapporteerde nettowinst van 168,4 miljoen euro.
De bank maakte de herziene cijfers gisteravond laat bekend. Banca Popolare Italiana moest zijn resultaten opnieuw onder de loep nemen nadat de Italiaanse beurswaakhond Consob onregelmatigheden in het jaarverslag had vastgesteld. Het ging hierbij onder meer om afschrijvingen op derivatencontracten en financiële activiteiten.
De voormalige bestuursvoorzitter van BPI, Gianpiero Fiorani, werd enkele weken geleden aangehouden in verband met mogelijke onregelmatigheden bij BPI’s pogingen Antonveneta over te nemen. Fiorani nam in september ontslag, nadat hij een maand eerder was geschorst als bestuursvoorzitter van BPI in verband met een onderzoek naar handel met voorkennis, marktmanipulatie en het tegenwerken van toezichthouders.