De moeder van Rochelle zit samen met haar vriend vast op verdenking van de moord op haar dochter Rowena. De Spaanse politie arresteerde de twee in december. Zij waren in Spanje met Rochelle ondergedoken. De vader van Rochelle wilde hierna de voogdij over zijn dochter, maar kreeg die niet.

De rechtbank in Dordrecht besliste in maart dat het meisje in een therapeutisch pleeggezin moest worden geplaatst, omdat Rochelle door alle gebeurtenissen rond de dood van haar zus ernstig is getraumatiseerd. Daar zo’n gezin niet direct voorhanden was, verbleef Rochelle tijdelijk bij de zus van vader Martin Huisman.

De tante van Rochelle en haar man gaven eind april aan dat ze niet meer konden omgaan met de druk. Daarna is ze in mei naar een ander pleeggezin gegaan. De rechtbank in Dordrecht besliste vorige maand dat dit mocht. Ook toen spande devader, in dit geval tevergeefs, een kort geding aan tegen de Stichting Jeugdzorg Dordrecht om deze overplaatsing te voorkomen.

De advocaat van Huisman, C. Liefting, zegt dat zijn cliënt donderdag opeens te horen kreeg dat Rochelle naar een psychiatrisch ziekenhuis moet. Wat er daarna met het meisje gaat gebeuren, is geheel onzeker, meent de raadsman.

Huisman wil met het kort geding voorkomen dat Rochelle „weer naar een andere setting wordt geplaatst. Dit gesleep is niet in het belang van Rochelle”, vindt hij.

Verder eist Huisman een ’fatsoenlijke omgangsregeling’ tussen hem en zijn dochter. Jeugdzorg heeft volgens hem vanaf de arrestatie van de moeder van Rowena nog niets gedaan aan hulpverlening voor Rochelle.

Wanneer de behandeling van het kort-geding dient, is nog niet bekend.