Beenmergstamcellen maken kloneren overbodig
Amerikaanse onderzoekers hebben een bepaald type cellen uit het beenmerg gehaald dat ze in vrijwel elke andere soort cel kunnen veranderen. Ze verwachten dat deze stamcellen van groot belang zijn voor het genezen van allerlei aandoeningen, waaronder de ziekte van Parkinson, diabetes en hart- en vaatziekten. Belangrijkste doorbraak van het onderzoek is dat deze stamcellen afkomstig zijn uit beenmerg en gelijkwaardig zijn aan die uit embryo’s, waardoor de noodzaak voor het kloneren van menselijke embryo’s vervalt.
Het wetenschapsblad Nature schreef donderdagavond een persconferentie uit aan de universiteit van Minnesota, waar de resultaten van twee opzienbarende studies werden gepresenteerd. Behalve de studie naar beenmergstamcellen verscheen er een tweede onderzoek, dat het medische belang van het stamcelonderzoek onderstreept.
Het betreft de eerste studie met sterke aanwijzingen dat stamcellen in staat zullen zijn om de ziekte van Parkinson te genezen. Dr. Ron McKay van een neurologisch instituut in Bethesda in de staat Maryland heeft aangetoond dat stamcellen omgevormd kunnen worden tot hersencellen die de boodschapperstof dopamine produceren.
Bij parkinsonpatiënten sterven sommige hersencellen versneld af, waardoor er een tekort aan dopamine optreedt. McKay transplanteerde de nieuw gekweekte hersencellen in de hersenen van ratten die aan parkinson leden. De zenuwcellen kwamen op de juiste plaats terecht, produceerden inderdaad dopamine en de ratten toonden bovendien een duidelijke verbetering bij een gedragstest. Het is nog geen bewijs voor genezing, zegt McKay, „maar we zijn er wel absoluut zeker van dat deze cellen kunnen werken in de hersenen.”
Het onderzoek van McKay is een van de meest overtuigende studies naar de effectiviteit van stamcellen tot nu toe, maar er zijn al tal van aanwijzingen dat stamcellen ook heilzaam zullen zijn bij de behandeling van allerlei andere ziekten. McKay gebruikte voor zijn onderzoek embryonale stamcellen uit muizen. Voor de genezing van patiënten met de ziekte van Parkinson zouden menselijke embryo’s nodig zijn, kleine klonen van de patiënten die dienen voor de productie van stamcellen.
Zo’n embryo zou dan ’gemaakt’ worden door een lichaamscel van de patiënt te nemen en de kern daarvan in een vooraf leeggehaalde eicel te plaatsen. De eicel groeit uit tot een embryo en na een dag of vier, vijf kunnen de stamcellen daaruit ’geoogst’ worden. Omdat de cellen komen uit een kloon, een genetisch identiek embryo, heeft de patiënt geen last van afstotingsproblemen. Het kloonembryo gaat tijdens het oogsten te gronde, waardoor er veel ethische bezwaren zijn tegen dit zogenaamde therapeutisch kloneren.
In de afgelopen jaren is er veel onderzoek verricht naar een alternatief: het gebruik van stamcellen uit het lichaam van volwassen mensen, de zogenaamde adulte stamcellen. Zulke stamcellen zijn aanwezig in hersenen, beenmerg, netvlies, lever, spieren en huid, en er zijn honderden studies verschenen naar mogelijke toepassingen. Veel wetenschappers reageren vooralsnog sceptisch, omdat deze adulte stamcellen nooit de mogelijkheden zouden hebben van embryonale stamcellen. De adulte stamcellen zouden te ver ontwikkeld zijn, zodat een adulte stamcel uit spieren hooguit toe te passen is voor spierverlammingen of hartziekten, maar niet eenvoudig om te vormen tot een zenuwcel.
De studie die donderdag verscheen, betekent een belangrijke wending. Prof. Catherine Verfaillie van de universiteit van Minnesota heeft stamcellen uit beenmerg van ratten en muizen gebruikt, waar normaal gesproken alleen bot-, spier- en vetweefsel uit kan ontstaan. Ze ontdekte in de kweek van de cellen echter een type stamcellen dat zogenaamd multipotent is. Ze injecteerde de cellen in volwassen dieren en bleek in staat om de ontwikkeling te sturen in de richting van cellen van de lever, longen, maag, hersenen en het bloed. Het lukte Verfaillie ook om dergelijke cellen uit beenmerg van mensen te isoleren.
Het onderzoek verschijnt aan de vooravond van de behandeling van een wetsvoorstel over het kloneren van mensen door de Amerikaanse Senaat, zodat er nieuwe brandstof is voor het ethische debat daarover. Zowel Verfaillie als McKay is van mening dat er nog volop onderzoek nodig is naar zowel adulte als embryonale stamcellen.
Peter Garrett, van de Britse organisatie Life, verwelkomt de nieuwe resultaten. „Voor mensen die lijden aan ouderdomsziekten is dit nieuws belangrijker dan dat van het schaap Dolly. Er is nu genezing aan de horizon, en dat is te bereiken zonder menselijke embryo’s te vernietigen. Dit onderzoek bevestigt de argumentatie die wij al drie jaar hanteren: het is niet nodig menselijke embryo’s te doden om zieke mensen te behandelen. Het onderzoek is nog in een vroeg stadium, maar veelbelovend, want deze adulte stamcellen leiden niet tot de tumoren die soms bij embryonale cellen optreden. Dit is het moment om de pro-kloonlobby te zeggen dat ze moeten ophouden met hun meedogenloze propaganda. Ze hebben jarenlang luid geroepen dat ouderdomsziekten alleen te behandelen zullen zijn met stamcellen uit vernietigde menselijke embryo’s terwijl Life altijd beweerd heeft dat er ethisch acceptabele alternatieven bestaan. Het was niet nodig geweest om het therapeutisch kloneren te legaliseren, zoals in Groot-Brittannië is gebeurd.”