Economie

Ackermann opnieuw naar rechtbank in Mannesmann–affaire

KARLSRUHE (ANP/DPA/AFP/RTR) – Het proces over de riante bonusbetalingen aan bestuurders en managers van het Duitse conglomeraat Mannesmann bij de overname door het Britse telecomconcern Vodafone in 2000, moet worden overgedaan. Het Duitse hooggerechtshof in Karlsruhe heeft woensdag de eerdere vrijspraak van onder andere Deutsche Bank–bestuursvoorzitter Josef Ackermann verworpen. Ackermann en consorten moeten nu opnieuw naar de rechtbank.

21 December 2005 16:44Gewijzigd op 14 November 2020 03:18

Volgens opperrechter Klaus Tolksdorf heeft Ackermann zijn plicht om de belangen van Mannesmann te behartigen verzuimd door in te stemmen met de riante bonussen van in totaal 57 miljoen euro. De leidinggevenden waren naar zijn mening destijds geen eigenaren van het vermogen van Mannesmann, maar de beheerders daarvan. Daarom hadden ze een plicht van trouw tegenover de aandeelhouders, aldus de rechter. Bovendien waren de bonussen „pure geldverspilling", zo zei Tolksdorf. De advocaat van Ackermann zei dat door de uitspraak de zaak terug bij af was.Ackermann en de voormalige topman van de vakbond IG Metall, Klaus Zwickel, waren beide werkzaam als commissaris bij Mannesmann ten tijde van de vijandige overname door Vodafone voor circa 188 miljard euro. Zij gaven hun goedkeuring aan forse afscheidspremies en bonussen voor bestuurders en managers van Mannesmann. De toenmalige bestuursvoorzitter Klaus Esser kreeg een vergoeding van 16,4 miljoen euro. Zij voerden voor hun verdediging aan dat de betalingen werden gedaan als motivatie en als beloning voor het feit dat de beurswaarde van het bedrijf gedurende het overnamegevecht flink opgedreven was.

De aanklagers waren echter van mening dat de betalingen werden gedaan om het verzet tegen een overname van Vodafone te breken, vooral bij topman Esser. De aanklagers beschuldigden Ackermann, Zwickel, de voormalige president–commissaris Joachim Funk en de anderen van ’Untreue’, ofwel het misbruik van het vermogen van derden, of medeplichtigheid daaraan, zoals bij Esser het geval was.

Een lagere rechtbank in Düsseldorf sprak in juli 2004 de zes mannen vrij. De rechter was toen van mening dat de betalingen weliswaar indruisten tegen de belangen van Mannesmann, maar dat er geen sprake was van kwade opzet en strafbare feiten. De aanklagers hadden toen celstraffen variërend van één tot drie jaar geëist. De zaak wordt nu terugverwezen naar een andere kamer van de rechtbank van de deelstaat Noord–Rijnland–Westfalen in Düsseldorf.

De positie van Ackermann is door het vonnis van het hof verder onder druk komen te staan. Hij kreeg veel kritiek voor het ontslaan van duizenden werknemers bij Deutsche Bank, terwijl het concern recordwinsten maakte. Ook het tijdelijk bevriezen van het vastgoedbeleggingsfonds Grundbesitz–Invest heeft het imago van Ackermann en Deutsche Bank weinig goeds gedaan.

Duitse belangenverenigingen voor beleggers hebben al om zijn aftreden geroepen. Zij vrezen dat een nieuwe, langlopende rechtszaak te veel tijd vergt van Ackermann om zijn functie nog naar behoren uit te voeren. Tijdens de eerste rechtszaak moest Ackermann twee maal per week in de rechtszaal verschijnen voor een periode van zes maanden. Rolf Breuer, de president–commissaris van Deutsche Bank, heeft in een interview in de Financial Times zelfs al op een mogelijke opvolging van Ackermann gezinspeeld.

De Mannesmann–zaak heeft een stevige discussie in Duitsland teweeggebracht rond beloningen en bonussen in het bedrijfsleven. Ook kan het proces leiden tot veranderingen in de manier waarop bedrijven worden bestuurd. Zo zouden bonussen een bepaald maximum moeten kennen en zouden toezichthouders zich meer moeten inspannen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer