Bush gaat door met stiekem afluisteren
NEW YORK - President Bush gaat door met het stiekem afluisteren van mensen in de VS die verdacht worden van terroristische activiteiten. Hij zei dit maandag tijdens een van zijn zeldzame persconferenties in Washington.
„Dit (geheime afluister)programma is een vitaal instrument in onze strijd tegen terroristen”, aldus Bush maandag. Hij ontkende geïrriteerd dat hij naar onbeperkte macht streefde. „Zo’n omschrijving slaat op dictatoriale macht en dat is volstrekt in strijd met mijn beleid”, aldus Bush. De publicatie van het geheime afluisterprogramma eind vorige week door The New York Times noemde hij een „schandelijke daad” die de vijanden van Amerika alleen maar helpt.Terwijl tal van politici, onder wie ook Republikeinse partijgenoten van de president, een onderzoek eisen naar dit programma, heeft Bush het ministerie van Justitie opdracht gegeven om te onderzoeken wie de informatie over het programma naar The New York Times heeft gelekt.
Senator Arlen Specter, de voorzitter van de juridische commissie van de Senaat, heeft al een hoorzitting aangekondigd over het programma om te onderzoeken of de president de wet heeft overtreden.
Bush ontkent dat ten stelligste. Hij wijst erop dat het parlement hem in 2001 volmacht heeft gegeven om op te treden tegen het Talibanregime in Afghanistan. „Deze volmacht én de Amerikaanse wet geven mij het recht het National Security Agency (NSA) te vragen om potentiële vijanden binnen onze grenzen af te luisteren”, aldus Bush.
Hij wees er verder op dat de wet van 1978 die voorschrijft dat afluisteren alleen mag met toestemming van een speciale rechtbank in de huidige tijden van terreurdreiging niet meer bruikbaar is.
„Onze vijanden handelen snel en wij moeten dus ook snel kunnen reageren”, aldus Bush.
Dit argument wordt van tafel geveegd door Stephen Saltzburg, plaatsvervangend minister van Justitie onder de presidenten Reagan en Bush senior. Hij wijst erop dat de wet van 1978 afluisteren zonder rechterlijke goedkeuring toestaat, als die toestemming maar binnen 72 uur wordt gevraagd. „Snelheid is dus geen geldig argument”, aldus Saltzburg.
Hij wijst er verder op dat de Amerikaanse overheid sinds het in werking treden van deze afluisterwet in 1978 de speciale rechtbank 18.724 maal heeft gevraagd iemand te mogen afluisteren. Dat is volgens Saltzburg in al die jaren maar viermaal geweigerd.
De burgerrechtenorganisatie ACLU (American Civil Liberties Union) meldde maandag dat de FBI sinds de septemberaanslagen in 2001 tal van organisaties in Amerika bespioneert. Daarbij richt men de aandacht niet alleen op groepen die zich kritisch opstellen ten opzichte van het regeringsbeleid, maar zelfs op organisaties die pleiten voor eerbiediging van dierenrechten. „Sinds de septemberaanslagen worden allerlei stiekeme acties van de overheid gerechtvaardigd met een potentiële terreurdreiging, ook als die dreiging duidelijk niet aanwezig is”, aldus ACLU-juriste Ann Beeson.
Sinds zijn recente reeks toespraken over de oorlog in Irak en de strijd tegen het terrorisme stijgt president Bush overigens weer in de opiniepeilingen. Volgens de laatste peiling van ABC-News en de Washington Post is 47 procent van de Amerikanen nu te spreken over de manier waarop hij zijn ambt uitoefent. Vorige maand was dat percentage nog 39 procent.
Deze stijging heeft volgens onderzoekers ook te maken van de dalende benzineprijs, die veel Amerikanen de indruk geeft dat hun land er nu economisch beter voorstaat.
Afluisterwet 1978
Afluisteren mag alleen met toestemming speciale rechtbank.
Afluisteren mag alleen als binnen 72 uur toestemming wordt gevraagd.
Sinds 1978 heeft overheid VS speciale rechtbank 18.724 maal gevraagd iemand te mogen afluisteren. Slechts vier keer weigerde de rechtbank.