Gebrek aan privacy in verpleeghuis
Veel verpleeghuispatiënten met lichamelijke aandoeningen willen zich vaker kunnen terugtrekken. Bijna 60 procent van degenen die hun kamer delen met andere bewoners willen met minder mensen op een kamer verblijven of een kamer voor zichzelf hebben. Een kwart van deze somatische verpleeghuispatiënten is ontevreden over de privacy.
Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) onder 1150 van de in totaal circa 150.000 mensen die in een verzorgings- of verpleeghuis wonen. Het rapport kwam tot stand op verzoek van het ministerie van VWS.Tegenover de onvrede over de geringe privacy staat dat bewoners erg tevreden zijn over de hoeveelheid zorg die zij ontvangen. Ook de bejegening door het personeel scoort over het algemeen goed; al vindt 38 procent dat de verzorging gehaast gebeurt. Eveneens zo’n 40 procent klaagt dat het personeel onvoldoende tijd heeft voor een vertrouwelijk gesprek.
Ondanks dat ongeveer 40 procent van de tehuisbewoners zegt zich „goed gezond” te voelen, heeft 90 procent een chronische ziekte. De meerderheid heeft er zelfs meer dan één. Het gaat daarbij overigens om de eigen opgave van de ouderen of hun verzorgers. Het SCP is niet nagegaan of een arts ook daadwerkelijk een diagnose heeft gesteld.
Verpleeghuisbewoners kampen blijkens het rapport bijna per definitie allemaal met ernstige beperkingen. In verzorgingstehuizen is daarentegen een deel van de bewoners relatief gezond, bijvoorbeeld omdat zij met hun hulpbehoevende partner zijn meeverhuisd.
Het beeld van Nederlanders die hun hulpbehoevende ouderen ’wegstoppen’ in tehuizen, klopt volgens het SCP-onderzoek niet. Bij slechts 1 procent van de verzorgingshuisbewoners drong de familie op opname aan. Ruim 55 procent van hen heeft wekelijks contact met iemand van de familie. Een op de tien bewoners in verpleeghuizen ontvangt van familie dagelijks hulp. Daarbij geeft 20 procent aan dat het hulp betreft die anders niet zou worden geboden.
Bijna de helft van alle tehuisbewoners beschouwt de sociale contacten die er zijn als oppervlakkig; ruim 9 procent voelt zich van anderen geïsoleerd. Driekwart van de ondervraagde ouderen wijst er echter op dat ze ook mensen kennen die hen echt begrijpen of met wie een goed gesprek mogelijk is.