Bush verdedigt omstreden afluisterpraktijken
WASHINGTON (AP) – Het afluisteren van telefoongesprekken of het onderscheppen van e–mail zonder justitiële toestemming is in de Verenigde Staten verboden. De onthulling, vorige week, van de New York Times, dat de regering–Bush zich sinds 9 september 2001 op grote schaal schuldig maakt aan deze praktijken, leidde dan ook onmiddellijk tot een storm van verontwaardiging in het Congres en de roep om onderzoek.
President George Bush veegde maandag alle kritiek van tafel en hield staande dat hij met de activiteiten doorgaat „zolang de natie wordt geconfronteerd met de voortdurende dreiging van een vijand die Amerikaanse burgers wil vermoorden”.
Bush stelde dat hij als president en opperbevelhebber „de constitutionele verantwoordelijkheid en het constitutionele gezag" heeft het land te beschermen. Hij noemde het 'schandelijk’ dat het bestaan van het programma in oorlogstijd was gelekt.
De president stond de pers te woord nadat minister van justitie Alberto Gonzales naar voren had gebracht dat het Congres Bush na 11/09 in wezen brede bevoegdheden had verleend voor dit soort activiteit. „Ons standpunt is dat de machtiging tot het gebruik van militair geweld, die kort na 11/09 door het Congres werd verleend, dat gezag impliceert”, zei Gonzales. Hij noemde het afluisteren en het onderscheppen door het National Security Agency (NSA) „waarschijnlijk het geheimste programma dat binnen de Amerikaanse regering voorkomt”.
Gonzales zei ook dat de presidentiële toestemming alleen geldt als ten minste een van de betrokken partijen in het buitenland verblijft en kan worden gekoppeld aan Al–Qaida of een daarmee verbonden organisatie. Hij weigerde echter te zeggen hoeveel Amerikanen het slachtoffer van de praktijken zijn (geweest) en benadrukte dat het ging om „zeer beperkte, doelgerichte”elektronische surveillance. „Dit is geen kwestie van binnenlandse spionage”, aldus Gonzales.
Generaal Michael Hayden, nu tweede man van de nationale inlichtingendienst en in oktober 2001 hoofd van de NSA, noemde het onbetwistbaar dat door middel van het programma gegevens waren verzameld „die op andere wijze niet zouden zijn verkregen”. Hayden zei dat het onderscheppen slechts een beperkte periode wordt toegestaan en minder ver gaat dan de surveillance na een gerechtelijk bevel.
De Democratische senator Russ Feingold noemde het optreden van de regering eerder „een buitensporige machtsgreep”. Hij zei dat niemand in de Senaat – toen toestemming werd gegeven voor de inval in Afghanistan en de strijd tegen het terrorisme – dacht dat dit „een machtiging was tot afluisterpraktijken die strijdig zijn met de wet in de Verenigde Staten”.
Eerder riep de Democratische leider in de Senaat, Harry Reid, op tot een onderzoek. De Democraten verzochten de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, Dennis Hastert, een tweepartijencommissie daarvoor samen te stellen.
Bush daagde op de persconferentie ook Reid en de Democratische senator Hillary Rodham Clinton – zonder hun naam te noemen – uit tot een nieuwe stemming over de Patriot Act, de binnenlandse antiterreurwet die na 11/09 werd aangenomen. De wet werd vorige week in de Senaat geblokkeerd door toedoen van de Democraten. „Ik wil dat de senatoren uit New York of Los Angeles of Las Vegas naar huis gaan om te verklaren waarom deze steden veiliger zijn” zonder de verlenging, zei Bush. Reid vertegenwoordigt Nevada (Las Vegas); Clinton komt uit New York.