Seizoenswerkloosheid met hogere WW–premie afgestraft
DEN HAAG (ANP) – Werkgevers in de bouw, horeca, agrarische en culturele sector krijgen vanaf volgend jaar een hogere WW–premie voor hun kiezen als zij relatief veel van hun werknemers in kortdurende contracten laten werken. Door voor straf een hogere premie te heffen, hoopt minister De Geus van Sociale Zaken in deze sectoren het probleem van de zogeheten seizoenswerkloosheid terug te dringen.
De minister heeft maandag bekendgemaakt per 1 januari 2006 met de variabele premies te gaan werken. Zo gaan de WW–kosten voor werkgevers in de agrarische sector variëren van 12 procent over het salaris bij losse dienstverbanden tot 0,55 voor vaste contracten. Culturele instellingen betalen 11,37 procent voor korte contracten tot 1,47 procent voor langdurige. In de bouw lopen de premies uiteen van 8,7 tot 0,81 procent, voor het schildersbedrijf van 12,5 tot 2,5 procent en in de horeca van 9,33 tot 1,42 procent.Deze zomer lieten werkgevers en de vakbeweging in de Sociaal–Economische Raad (SER) al weten het plan van de bewindsman voor variabele WW–premies te steunen. De verwachting is dat door de lagere premies bij langdurige contracten werkgevers gestimuleerd worden om het werk beter over het hele jaar te verspreiden en zo de terugkerende instroom in de WW, ofwel de seizoenwerkloosheid, te beperken.