Pronk garant voor kosten bemanning sloopschip
Minister Pronk (Milieu) wil garant staan voor de kosten van het achterstallig loon, het voedsel, de medische hulp en de terugreis van de bemanning van het sloopschip de Sandrien. Dit heeft hij donderdag laten weten aan de internationale vakbond voor zeelieden ITF.
De twintig bemanningsleden van de Sandrien zitten al enige tijd onder erbarmelijke omstandigheden vast op het schip, dat door de inspectie van VROM in februari 2001 in de haven van Amsterdam aan de ketting werd gelegd. Woensdag bepaalde de Raad van State dat het schip niet weg mag, zoals de eigenaar wilde.
Met de garantie wil Pronk het voor ITF eenvoudiger maken om beslag te leggen op het schip.
R. Touwen van ITF reageert verheugd. „Het is een stap in de goede richting om de mensen naar huis te krijgen. We laten zeker beslag leggen op de Sandrien”, zegt Touwen. Via een advocaat wil hij wel eerst vastleggen dat ITF niet deeigenaar van het schip wordt en garant moet staan voor de ontmanteling van de vervuilde olietanker. „Dat wil ik absoluut niet”, zegt Touwen.
De twintig bemanningsleden krijgen nog veel geld, variërend van vier tot vijftien maanden salaris. Naar schatting gaat dat volgens Touwen VROM 56.000 dollar kosten. „Ik hoop de mannen aan het eind van deze maand al op het vliegtuig te kunnen zetten, en anders volgende maand,” aldus de vakbondsman.
De acht kadetten op het schip hebben duizenden dollars betaald om een opleidingsplaats te krijgen. Vaak heeft de hele familie dat geld opgebracht, vertelt Touwen. Maar eenmaal in Nederland gearriveerd, kwamen de kadetten erachter dat de Sandrien nooit meer zal uitvaren. En vaarevaring is juist de reden dat zij zich hadden aangemeld voor het schip. Zonder vaarervaring geen brevet, legt Touwen uit.