„Uitvoering gedetineerdenverdrag Marokko behoorlijk”
Het verdrag dat Nederland heeft met Marokko over het uitzitten van Marokkaanse straffen voor Nederlandse gedetineerden in Nederland is door de Nederlandse autoriteiten „behoorlijk” uitgevoerd. Dat heeft de Nationale Ombudsman mr. R. Fernhout donderdag gezegd na een onderzoek naar het zogeheten WOTS-verdrag.
De Ombudsman besloot in 2000 uit eigen beweging een onderzoek te beginnen omdat tien maanden na inwerkingtreding van het verdrag op 30 december 1999 nog geen enkele Nederlandse gevangene uit Marokko was overgebracht.
Op 15 november 2000 kwamen de eerste zeven Nederlanders van Marokko naar Nederland als gevolg van het verdrag. Tot woede van de Marokkaanse autoriteiten werden ze eenmaal op Nederlandse bodem onmiddellijk vrijgelaten omdat ze volgens Nederlandse maatstaven lang genoeg hadden gezeten.
Het conflict dat hierdoor ontstond, duurde meer dan een jaar. Pas in december 2001 werd opnieuw een Nederlandse gevangene overgebracht.
De Ombudsman constateert dat op een aantal punten aan Nederlandse kant de uitvoering van het verdrag nog verbeterd kan worden. Zo zou de minister van Buitenlandse Zaken schriftelijk moeten vastleggen welke rol de Nederlandse ambassade in Marokko heeft bij de uitvoering van het verdrag en wat gedetineerden aan bijstand mogen verwachten.
Daarnaast beveelt de ombudsman aan te bekijken of overnameprocedures van gevangenen ook met andere landen kunnen worden verbeterd.
