Oud-topman Italiaanse bank aangehouden
ROME - De voormalige topman Gianpiero Fiorani van Banca Popolare Italiana (BPI) is dinsdagaangehouden in verband met vermeende onregelmatigheden bij BPI’s pogingen om Banca Antonveneta over te nemen. Dat meldde het Italiaanse persbureau ANSA.
BPI wilde met de overname van Antonveneta verhinderen dat ABN AMRO de bank zou overnemen, maar dat plan mislukte.Fiorani nam in september ontslag nadat hij een maand eerder was geschorst als bestuursvoorzitter van BPI in verband met een onderzoek naar handel met voorkennis, marktmanipulatie en het tegenwerken van toezichthouders. Fiorani onderhield nauwe banden met Antonio Fazio, de president van de Italiaanse Centrale Bank. Uit afgeluisterde telefoongesprekken bleek de BPI-topman samen te spannen met Fazio in de overnamestrijd. Fazio houdt z’n onschuld vol en weigert op te stappen.
Na een maandenlange strijd kreeg de ABN AMRO toestemming om de bank uit Padua over te nemen. ABN AMRO verwacht de overname nog voor het eind van het jaar af te ronden. De pogingen van BPI om Antonveneta over te nemen hebben de bank weinig goeds gebracht. BPI leed over de eerste helft van dit boekjaar een verlies van 347,5 miljoen euro, omdat er geld opzij gezet moest worden voor juridische kosten en extra afschrijvingen.
De arrestatie kwam op de dag dat de Europese Commissie Italië formeel om opheldering vroeg over het toezicht op overnames in de bankensector naar aanleiding van de strijd om Banca Antonveneta. Dat is de eerste stap op weg naar wat kan leiden tot een zaak bij het Europees Hof. De Commissie vraagt zich af of de nationale spelregels in Italië voor het bankentoezicht in strijd zijn met het Europese verdrag, dat het vrij verkeer van kapitaal regelt.
Centrale banken mogen een stokje steken voor overnames, als die de stabiliteit van de banken in gevaar brengen. Tijdens het overnamegevecht van ABN AMRO in Italië rees echter het vermoeden dat president Fazio van de Banca d’Italia vooral chauvinistische bedoelingen had, die niets met stabiliteit te maken hebben. Hij wilde Antonveneta in Italiaanse handen houden. Op die manier worden overnemers uit andere EU-landen achtergesteld en dat is verboden volgens de Europese wetgeving.
De Europese Commissie kan Fazio of zijn Centrale Bank niet op het matje roepen. Daarom richt Brussel de pijlen nu op lidstaat Italië. De Commissie denkt dat de nationale Italiaanse regels „het wellicht mogelijk maken om de toezichthoudende autoriteit uit te oefenen zonder procedurele transparantie” en kunnen de regels „juridische onzekerheid creëren”, aldus het persbericht van verantwoordelijk Eurocommissaris McCreevy.