„Terugtrekken net zo slecht als binnenvallen”
LONDEN - De Iraakse bevolking maakt zich op voor de algemene verkiezingen van donderdag. De Amerikanen en Britten beschouwen de stembusstrijd als een voorlopig sluitstuk in het fragiele democratiseringsproces. En als welkome aanleiding hun troepensterkte in het Tweestromenland aanzienlijk te verminderen. Een snelle aftocht is echter niet verstandig, meent dr. Toby Dodge. „Nu terugtrekken is net zo slecht als binnenvallen.”
„Als de Irakezen opstaan, zullen wij teruggaan”, zei de Amerikaanse president George W. Bush vorige maand. Al langer gaan geruchten over een ophanden zijnde terugtrekking van Amerikaanse en Britse troepen uit Irak. Niet het minst ingegeven door de groeiende kritiek van het thuisfront. De Verenigde Staten hebben inmiddels de 2000e gesneuvelde soldaat in Irak te betreuren - en het einde van de dodenlijst lijkt nog niet in zicht.De Democratische parlementariër -en Vietnamveteraan- John Murtha zei het onlangs onomwonden: „De beste manier om de kritiek op het Amerikaanse Irak-beleid, dat alleen maar op illusies is gebaseerd, te smoren, is door onze jongens naar huis te halen.” De leider van de Britse Liberaal Democraten, Charles Kennedy, was wellicht nog duidelijker: „De Britse regering heeft een grotere verantwoordelijkheid richting 8500 Britse militairen in Irak dan richting 27 miljoen Irakezen.”
Dr. Toby Dodge, onderzoeker aan het Internationale Instituut voor Strategische Studies (IISS) in Londen, heeft geen goed woord over voor deze uitspraken. „Wat de Britse en Amerikaanse politiek inzake Irak gemeenschappelijk hebben, is een verbazingwekkend slecht zicht op de realiteit in Irak. De argumenten voor een snelle terugtrekking hebben veel weg van de rechtvaardiging voor de invasie in 2003. Beide zijn gebaseerd op ”wishful thinking” en het veronachtzamen van de gevolgen van het beleid. Dat grenst voor mij aan het misdadige.”
„Na tweeënhalf jaar bezetting, is Irak nog steeds een land dat door rechteloosheid, geweld en onveiligheid wordt gedomineerd”, vervolgt de wetenschapper. „De overgangsregering, die in januari werd gekozen, is er niet in geslaagd de openbare orde te handhaven en economische ontwikkeling te scheppen. Op die manier hebben zij de hoop van miljoenen Irakezen die hen hebben gekozen beschaamd. Als Bush en Blair suggereren dat deze heersende politieke elite in staat is stabiliteit in Irak te brengen, dan is dat niet anders dan de waarheid offeren op het altaar van politieke doelmatigheid.”
Dodge diept een lijst op met statistieken over aanslagen in Irak. „Kijk, het staat er gewoon zwart op wit. Het aantal Iraakse burgers dat dit jaar door geweld is omgekomen, ligt 10 tot 20 procent hoger dan vorig jaar. Gemiddeld sterven elke dag 38 Irakezen door aanslagen. Verspreid over Irak zijn naar schatting 20.000 tot 50.000 strijders actief. Is dat een goede basis om je troepen weg te halen? Hoe je het ook wendt of keert, de buitenlandse troepen zijn degenen die nog enige mate van veiligheid in het land weten te bewerkstelligen.”
Washington en Londen hebben hun hoop echter op de Iraakse strijdkrachten gevestigd. Door intensieve training proberen zij een leger op te bouwen dat in staat is de rol van de Amerikaanse en Britse soldaten op termijn over te nemen. Dat lukt nog niet zo best, vindt Toby Dodge. „Het Pentagon heeft zelf toegegeven dat van de 115 Iraakse politie- en legerbataljons er slechts 3 „volledig inzetbaar en capabel zijn.” De Amerikaanse bevelhebber in Irak heeft dat aantal zelfs teruggebracht tot één.”
De Iraakse strijdkrachten hebben tot nu toe geen goede indruk gewekt, aldus de Britse wetenschapper. „Vorige maand nog vonden Amerikaanse militairen 173 gevangenen - nota bene in een pand van het ministerie van Binnenlandse Zaken in het centrum van Bagdad. Velen waren ondervoed; sommigen konden niet lopen omdat ze waren gemarteld. Binnenlandse Zaken is bij uitstek het departement dat verantwoordelijk is voor de interne veiligheid en stabiliteit in Irak. In plaats daarvan zet het de traditie van marteling, geweld en de inzet van doodseskaders, zoals dat onder Saddam Hussein gebeurde, voort.”
Dat de aftocht van buitenlandse troepen de situatie in Irak ten goede zal komen, is dan ook een absolute illusie, meent Dodge. „De wederopbouw van de Iraakse staat en de verzoening van de bevolking valt buiten de vermogens van welke regering dan ook - zelfs van een supermacht als de Verenigde Staten. We moeten eerst maar eens daadwerkelijk toegeven dat het slecht gaat en nog slechter wordt.
De enige manier om een einde aan de Iraakse nachtmerrie te maken, is niet door weg te lopen. Dat is absoluut onverantwoordelijk gedrag. In plaats daarvan moet er een échte internationale coalitie tot stand komen om de Irakezen naar een betere toekomst te leiden - het liefst onder de vlag van de Verenigde Naties. Daar hoort dan wel een eerlijke bekentenis naar de Iraakse bevolking bij: Het zal nog jaren gaan duren en het zal verschrikkelijk veel geld kosten.”