„Huiswerk lijdt onder internet”
NOORDWIJK - Bijna alle leerkrachten van basis- en middelbare scholen maken zich zorgen over de risico’s die leerlingen lopen tijdens het gebruik van internet. Leerlingen zelf geven aan dat het huiswerk lijdt onder hun internetgedrag.
Het dinsdag gepresenteerde onderzoek onder zowel leerlingen als leerkrachten van basis- en middelbare scholen over het internetgedrag maakt één ding duidelijk: het wereldwijde web wordt niet langer onbekommerd in de armen gesloten. Meer gesprekken over online fatsoen, een betere opleiding van leraren en meer voorlichting aan ouders zijn de meest genoemde wensen voor een veiliger internet.Twee op de drie scholen stimuleren het gebruik van internet. Bijna alle scholen hebben inmiddels toegang tot internet. In groep 7 en 8 van de basisschool hebben de meeste leerkrachten zelfs toegang tot internet in hun eigen klaslokaal (84 procent).
Meer dan de helft van de scholen heeft een eigen internetprotocol. De meest voorkomende gedragsregels zijn onder meer een verbod op het bezoek van pornografische websites en grof taalgebruik. Minder dan de helft van de scholen heeft een of meerdere filters geïnstalleerd. De meest gebruikte filter is die op pornografie. Relatief veel middelbare scholen hebben filters op chatboxen en msn.
Vrijwel alle leerkrachten geven aan dat ze kinderen tijdens de les wel eens informatie laten zoeken op internet. Op de basisschool gebeurt dit meer dan in het middelbaar onderwijs. Er wordt in de klas weinig gesproken over wat kinderen allemaal doen op internet: slechts een kwart van de leerkrachten zegt dit vaak te doen.
Ondanks de populariteit van internet is voorlichting over (on)veiligheid geen structureel onderdeel van de lesprogramma’s. Bijna alle docenten vinden dan ook dat hun school extra maatregelen moet nemen om de internetveiligheid van leerlingen te verbeteren. Vrijwel alle docenten vinden de voorlichting overigens primair een taak voor de ouders.
Leerkrachten maken zich met name zorgen over internetrisico’s als seksuele intimidatie en digitaal pesten. De risico’s van seksuele intimidatie baren met name leerkrachten van middelbare scholen veel zorgen (79 procent). Bijna de helft van docenten van basisscholen is er ook ongerust over dat leerlingen websites met pornografische afbeeldingen bezoeken.
Vooral middelbare scholieren maken ook stiekem gebruik van internet: twee op de drie leerlingen zegt wel eens tegen de regels in spelletjes te spelen, te msn’en of te mailen.
Gevraagd naar het meest vervelende aspect van internetgebruik geven leerlingen aan dat ze vanwege internetten minder tijd hebben voor het maken van huiswerk. Een kwart van de middelbare scholieren maakt dit zelfs vaak mee. In totaal geeft 87 procent van de leerlingen aan op internet regelmatig vervelende dingen te beleven, zoals misbruik van wachtwoorden.
De meeste van de 1107 ondervraagde leerkrachten vinden van zichzelf dat ze genoeg kennis hebben over internet om hun leerlingen optimaal te begeleiden. Bijna de helft van de middelbare scholieren heeft juist het idee dat hun leerkracht niet weet wat zij allemaal op internet doen.
Vrijwel alle leerkrachten maken vaak gebruik van internet om te mailen of om informatie te zoeken. Zowel leerlingen van de basisschool als middelbare scholieren gebruiken internet vooral voor gamen, surfen, msn’en en e-mailen. Msn’en is veruit de meest gebruikte internettoepassing onder leerlingen: 84 procent van de middelbare scholieren en 63 procent van de basisscholieren geeft aan dit vaak te doen.