„In de kerk is voor mij niets te halen”
Voornaam: Hugo
Leeftijd: 41 Oorspronkelijk kerkverband: Gereformeerde Gemeenten
Wanneer verliet u de kerk en waarom?
„Ik heb de kerk verlaten omdat de kerk mij te weinig ruimte bood om mezelf te zijn. Zaken waarin ik geïnteresseerd was, waren meestal verboden of werden als slecht aangemerkt. Ik had honderdduizend vragen en dat werd binnen de kerk niet gewaardeerd.
Ik ervoer de verbinding met God in de kleine dingen van het leven en wist al heel jong dat ik heel iets anders geloofde dan wat er in de kerk werd verteld. Toch ben ik, deels uit loyaliteit met mijn familie en deels omdat ik geen alternatief had, wel tot mijn 22e met de kerk verbonden gebleven. Het was ook verleidelijk om binnen het veilige sociale milieu van kerkelijke mensen te blijven en het is me maar ten dele gelukt om daar een alternatief voor te vinden. Vooral ook omdat mijn hele familie kerkelijk is. Een goede vriendenkring is toch niet hetzelfde.”
Waar staat u op dit moment?
„Wat ik geloof verandert steeds. Het is constant in ontwikkeling. Ik heb een opleiding tot reïncarnatietherapeut gevolgd. Jarenlang was ik bezig met het herbeleven van mijn vorige levens. Maar nu heb ik dat weer even aan de kant gezet. Het is belangrijk om te leven met wat er nu is. Kortgeleden hoorde ik iemand zeggen hoe geweldig het is te geloven dat we God straks eeuwig in Zijn glorie kunnen aanschouwen. Dat klinkt heel aanlokkelijk, geeft een prettig gevoel, maar waarom zou dat nu niet kunnen? Je kunt God ervaren in de regendruppels en in de blaadjes die vallen. Als het allemaal pas na dit leven kan, klopt het voor mij niet meer.”
Hoe wilt u zichzelf omschrijven?
„Toen ik theologie studeerde en mezelf in filosofie verdiepte, zou ik mezelf een filosoof hebben genoemd. Later misschien een mysticus, omdat ik bezig was met de Indiase mystiek. Nu ben ik gewoon een mens die leeft, eet en werkt. Ik ga af op mijn gevoel. Ik zou mijn levensvisie geen naam willen geven. Ik ben helderziend en dat maakt dat ik de werkelijkheid anders waarneem dan de meeste mensen. Ik kan de geestelijke wereld op een heel directe manier waarnemen en ben daar -tot op zekere hoogte- altijd mee in contact. In die zin kun je me religieus noemen.”
Heeft u ooit overwogen om terug te keren naar de kerk?
„Nee. Er is voor mij niets te halen. Om God te ervaren hoef ik niet naar de kerk. Het enige dat een kerk voor mij aantrekkelijk zou maken, is de gemeenschap van mensen. Het is heel prettig om daarvan deel uit te maken. Maar ik ga naar de sportvereniging.”
Hoe kijkt u aan tegen een leven na dit leven?
„Ik heb wel allerlei ideeën over het leven na dit leven. Maar ik claim niet dat die waarheid zijn. Ook vind ik dat het niet zinvol is je daar veel mee bezig te houden. En al helemaal niet om je er zorgen over te maken. Alledaagse problemen en uitdagingen vind ik veel belangrijker. Begrippen als ziel, God en eeuwigheid zijn uiteindelijk slechts concepten van het denken en als zodanig van geringe waarde. Het gaat er in het leven om dat je van de mensen om je heen houdt, dat je geniet van alle mooie momenten, je talenten ontwikkelt. Het kan ook geen kwaad om zo nu en dan eens flink teleurgesteld te zijn en er even helemaal geen zin meer in te hebben.”
Dit is het vijfde deel in een serie over kerkverlating. Woensdag deel 6.