Nog weinig mvo bij banken
Eenderde van de werknemers in de financiële sector vindt dat hun werkgever niet aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) doet. Van de bedrijven die dat wel doen, vormt volgens driekwart van de ondervraagden de beeldvorming naar buiten toe de belangrijkste motivatie.
Met het oog op zijn tweejaarlijkse congres liet Dienstenbond CNV een onderzoek houden onder zijn leden naar de sociale dimensie van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de financiële sector en detailhandel. Het resultaat werd vanochtend gepresenteerd.
Het onderzoek past in een project dat CNV in het najaar 2001 startte. De vakcentrale wil komen tot een sociaal keurmerk, dat mede wordt gedragen en ontwikkeld door andere maatschappelijke organisaties. Dit moet mvo onder de aandacht brengen van werkgevers en werknemers. Daarnaast beoogt het organisaties te stimuleren om op dit terrein activiteiten te ontplooien.
De drie concerns in de financiële sector zijn Rabobank, ABN Amro en de ING Groep. In de detailhandel is gekozen voor Vendex KBB (non-food), Ahold (food) en de mode- en sportdetailhandel. Hoewel slechts 21 procent van de ondervraagden de moeite nam het formulier in te vullen, constateert Dienstenbond CNV dat deze een goede afspiegeling vormen van de groep leden die een vragenlijst heeft ontvangen.
Op internationaal niveau lijken de financiële instellingen redelijk maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Maar op nationaal niveau is dit minimaal. Binnen de eigen onderneming vindt slechts de helft van de leden dat de werkgever maatschappelijk verantwoord onderneemt. Gemiddeld krijgen de werkgevers een 6,4 voor hun inzet.
In het algemeen geldt dat de mate waarin de werkgever, zowel binnen de onderneming als erbuiten, maatschappelijk verantwoord onderneemt, door respondenten werkzaam bij de Rabobank hoger wordt gewaardeerd dan door degenen werkzaam bij de andere twee banken. De werknemers van ABN Amro waarderen op alledrie de niveaus van mvo de inzet van de werkgever lager dan de andere twee banken.
Belangrijk is ook het aandeel (van 34 tot 49 procent) dat niet echt een antwoord weet op de vragen. „Dat is een teken dat maatschappelijk verantwoord ondernemen, indien aanwezig, (nog) niet voldoende is ingeburgerd binnen een onderneming. Dit terwijl communicatie een belangrijk aspect is van mvo”, stelt Dienstenbond CNV.
In de detailhandel is de bekendheid van het begrip mvo niet groot. Ruim de helft van de respondenten was, voordat zij de vragenlijst hadden ontvangen, niet bekend met de term. De werknemers van Ahold zijn vaker bekend met de term, zij die werken in de mode- en sportdetailhandel weten relatief het minst vaak wat mvo betekent. Een kwart van de respondenten vindt dat zijn werkgever zich onvoldoende actief inzet op mvo-gebied. Ruim eenderde is wel tevreden.
In het algemeen valt op dat de respondenten die werken bij Ahold, vaker positief staan tegenover de mate waarin hun werkgever maatschappelijk verantwoord onderneemt dan degenen werkzaam bij Vendex KBB en zij die werken in de mode- en sportdetailhandel.
Gemiddeld geven de respondenten in de detailhandel een 6,3 voor hun tevredenheid over de inzet van hun werkgever met betrekking tot mvo binnen de eigen onderneming. Zij vinden dat hun werkgever zich met name actief inzet voor arbeidsvoorwaardelijke aspecten en het minst voor aspecten met betrekking tot arbeidsomstandigheden.
Het geheel overziend, trekt Dienstenbond CNV de „voorzichtige conclusie”: „Leden vinden dat hun werkgever zich vooral inzet voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een groot aantal leden vindt dat de werkgever vooral op nationaal niveau verstek laat gaan. Er is inzet, maar nog niet voldoende.”