Mohammed B. laat weinig los
AMSTERDAM (ANP) - Alleen als hij de bal kon terugspelen, maakte zich enige opwinding meester van Mohammed B. Van een echt verhoor was donderdag in de rechtszaal van het extra beveiligde gerechtsgebouw in Amsterdam-Osdorp nauwelijks sprake.
Af en toe kwam er iets van een gesprek op gang. Dat was vooral de verdienste van officier van justitie K. Plooy, die B. bij vlagen dusdanig wist te prikkelen dat hij wellicht meer zei dan hij zich had voorgenomen.B. stond donderdag terecht voor zijn rol binnen de Hofstadgroep, het vermeende terreurnetwerk waarvan het openbaar ministerie veertien leden voor de rechter heeft gebracht. De rechtbank bespreekt de zaken met de veertien verdachten individueel. Behalve B. waren donderdag geen andere verdachten in de rechtszaal aanwezig.
B. bracht het gesprek op de oorlog in Irak. Toen werd hij even boos. „Ik beschuldig jullie! Allemaal, jullie. Iedereen heeft daar mee te maken”. Daarbij wees hij zijn rechters aan, de officieren van justitie, en draaide hij zich om naar de pers en het publiek. „En die mensen daar ook”.
De 27-jarige Amsterdammer van Marokkaanse afkomst kreeg afgelopen zomer levenslang wegens de moord op cineast Theo van Gogh. Ook toen stak hij zijn minachting voor de rechtbank niet onder stoelen of banken. B. had zijn advocaat P. Plasman donderdag opgedragen weg te blijven, omdat hij geen verdediging wenste te voeren.
De verdachte, die door justitie wordt beschouwd als de spil van de Hofstadgroep, maakte een zelfverzekerde, arrogante indruk. Tijdens het proces rond de moord op Van Gogh had B. zich nog in traditionele, islamitische kledij gehuld en was hij onafscheidelijk van zijn koran. Donderdag droeg B. ’gewone’ kleren en had hij geen koran bij zich.
Namens de rechtbank probeerde rechter R. Elkerbout B. antwoorden te ontlokken over diens radicalisering. Deze zou vanaf 2001 op gang zijn gekomen, na een verblijf in een huis van bewaring en na de dood van B.’s moeder. Destijds schreef B. een brief aan zijn vader, waarin hij meldde dat hij een zoektocht ondernam, op zoek naar de waarheid. B. wilde er niet over praten. Ook andere vragen van Elkerbout over zijn beweegredenen liet hij onbeantwoord. „Mijn ideologie is niet van belang in deze zaak”.
Justitie ziet dat anders. Het waren juist de door B. op schrift gestelde en vertaalde, haatdragende en tot strijd oproepende ideologieën die de geest van zijn Hofstadvrienden zouden hebben gevoed. Officier Plooy vroeg B. of hij de moord op Van Gogh uit louter geloofsovertuiging heeft gepleegd, zoals hij tijdens het proces daarover aangaf. „Dat hoop ik”, zei B. „Maar je kunt nooit uitsluiten dat ook andere dingen een rol hebben gespeeld”, voegde hij daar cryptisch aan toe.
Het beledigen van de profeet Mohammed is volgens B. „de enige echte reden” geweest om de cineast te doden. De profeet draagt zijn volgelingen „expliciet” op om van iemand die de islam beledigt „zijn kop eraf te halen”, aldus B.
De vraag of B. wellicht een fatwa had gekregen die hem tot de moord had gebracht wilde hij niet beantwoorden. Deze fatwa zou mogelijk afkomstig geweest kunnen zijn van de vermoedelijke geestelijke leider van de Hofstadgroep, de nog steeds onvindbare Syriër Redouan Al I. Ook hierover zweeg B., evenals over de bewering dat medeverdachte Nouriddin El F. hem zou hebben gestimuleerd en geïnspireerd de moord te plegen.
Al I. verliet Nederland op de dag van de moord. Uit een afgeluisterd telefoongesprek tussen hem een onbekende man valt op te maken dat hij van de moord op de hoogte was voordat deze werd gepleegd. B. volhardde niettemin in zijn bewering dat niemand op de hoogte is geweest van zijn moordplannen. „Ik heb dat met niemand gedeeld”.
Dit was een bevestiging van een verklaring die B. vorige maand bij de onderzoeksrechter heeft afgelegd om zijn medeverdachten te ontlasten. Volgens hem kwamen ze bijeen om te discussiëren over politiek, geloof en dagelijkse dingen.
De rechtbank bepaalde donderdag dat tijdens het proces nog een aantal getuigen zal worden gehoord, op verzoek van advocaten. De meest opvallende zijn terreurverdachten Samir A. en Saleh B. Samir A., momenteel vast op verdenking in weer een andere terreurzaak, wordt wel tot de kringen van de Hofstadgroep gerekend maar is niet in het huidige proces betrokken.
Over Saleh B., eveneens in voorarrest, wordt beweerd dat hij informant is geweest van de AIVD en dat hij handgranaten zou hebben geleverd aan de verdachten Jason W. en Ismail A. De twee werden aangehouden na een urenlange belegering van hun woning in het Haagse Laakkwartier.
Vrijdag behandelt de rechtbank de zaak van Jason W.
081710 dec 05