Buitenland

Opstandelingen in Irak

APELDOORN - Een zware zelfmoordaanslag op een politieacademie in Bagdad kostte dinsdag zeker veertig agenten en rekruten het leven. De terreurdaad is de zoveelste in de bloedige geweldsspiraal die Irak al twee jaar teistert. Wie zijn de hoofdrolspelers in de Iraakse opstand?

Mr. Richard Donk
8 December 2005 11:29Gewijzigd op 14 November 2020 03:15

Het beruchte al-Qaidanetwerk van topterrorist Osama bin Laden heeft de twijfelachtige eer de succesvolste terreurbeweging in Irak te zijn. De organisatie heeft zich verantwoordelijk gesteld voor de zelfmoordactie in Bagdad van dinsdag. Ook talloze andere aanslagen en onthoofdingen van gijzelaars worden aan al-Qaida toegeschreven.Al-Qaida in Irak staat onder leiding van de gevreesde Jordaanse terrorist Abu Musab al-Zarqawi. De Verenigde Staten beschouwen hem als hun grootste vijand in Irak en hebben een prijs van 25 miljoen dollar op zijn hoofd gezet, evenveel als op het hoofd van Bin Laden zelf. In mei van dit jaar gingen er geruchten dat Al-Zarqawi gewond zou zijn geraakt en mogelijk zelfs dood zou zijn. Deskundigen gaan er echter vanuit dat hij nog steeds in leven is en leidinggeeft aan zijn terreurbeweging.

Al-Zarqawi leidde aanvankelijk de organisatie al-Tawhid wa al-Jihad in Irak, een beweging die de verantwoordelijkheid voor een aantal onthoofdingen van buitenlandse gijzelaars opeiste. In 2004 ’fuseerde’ de Jordaniër met al-Qaida en noemt zijn beweging sindsdien al-Qaida in Irak. De groepering staat vooral bekend om gesynchroniseerde bomaanslagen en wrede executies van gijzelaars.

Volgens een rapport van het Amerikaanse Center for Strategic and International Studies (CSIS) beschikt al-Qaida in Irak over ongeveer 3000 strijders. Buitenlandse vrijwilligers maken naar schatting 10 procent van de beweging uit; de overigen zijn voornamelijk uit Iraakse soennieten. Een kleine Saudische minderheid heeft grote invloed in de groepering, vanwege het geld dat zij in de organisatie stopt, aldus het CSIS-overzicht.

Mahdileger
De radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr houdt er een eigen legertje op na, het zogenaamde Mahdileger. De strijdgroep bedient zich vooral van militaire middelen -lichte wapens- om de Amerikaanse troepen in Irak te bestrijden. Het Mahdileger rekruteert vooral onder jongeren uit het zuiden van Irak en uit de sjiitische wijken van Bagdad, vooral uit de achterbuurten van Sadr City.

Soldaten van Al-Sadr bezetten in april vorig jaar een groot aantal politieposten in sjiitische wijken, verspreid in Irak. Dat kwam hen op een bloedige confrontatie met het Amerikaanse leger te staan. Een paar maanden later bevochten Mahdistrijders en Amerikaanse militairen elkaar opnieuw, dit keer in de voor sjiieten heilige stad Najaf.

De laatste tijd treedt Muqtada al-Sadr niet zo vaak meer op de voorgrond, mede als gevolg van de politieke macht die de sjiieten inmiddels in Irak hebben veroverd. Zijn steun voor de regering in Bagdad lijkt met de dag te variëren, en daarmee ook zijn oproep aan het Mahdileger om zich met geweld te verzetten.

Ansar al-Islam
Ook de Koerden in Noord-Irak hebben een eigen terreurbeweging, Ansar al-Islam of Ansar al-Sunna. De radicale organisatie bestaat voornamelijk uit soennitische Koerden. Hoewel de Amerikaanse bombardementen in 2003 de groepering een gevoelige slag toebrachten, is de organisatie nog steeds actief. Zo eiste Ansar al-Islam onder andere de verantwoordelijkheid voor bomaanslagen op kantoren van twee Koerdische politieke partijen op. De Verenigde Staten beschuldigen Ansar al-Islam ervan banden met al-Qaida te onderhouden. Er gaan ook geruchten dat de beweging in het verleden steun van Saddam Hussein kreeg, om zo de Koerden onder de duim te houden.

In de gebieden waar de strengislamitische Ansar al-Islam de scepter zwaait, handhaaft de beweging Talibanachtige wetten. Overtreders van die regelgeving kunnen op zware straffen rekenen.

Aanhangers van Saddam
Ondanks het schrikbewind dat hij jarenlang in Irak voerde, slaagde Saddam Hussein er toch in een groot aantal aanhangers om zich heen te verzamelen. Zij bevonden zich vooral in de voormalige Ba’athpartij en in het leger. Onder Saddam heerste de soennitische minderheid over de sjiitische meerderheid. Na de verdrijving van de dictator en de parlementsverkiezingen is de politieke macht nu veel meer een weerspiegeling van de bevolkingssamenstelling. De soennitische aanhangers van Hussein verzetten zich nog altijd tegen het kwijtraken van hun dominantie. Zij zijn vooral actief in Centraal-Irak, in steden als Fallujah.

Dat aanhangers van Saddam het de Amerikanen nog steeds zo lastig maken, is volgens analisten vooral te wijten aan Paul Bremer, de voormalige Amerikaanse bewindvoerder in Irak. Hij besloot in 2003 het Iraakse leger te ontmantelen, maar niet te ontwapenen. Veel opstandelingen maken nu dankbaar gebruik van die wapens en van de militaire training die zij in het verleden hebben gevolgd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer