Burma Centrum staakt campagne tegen Lauda Air
AMSTERDAM (ANP) – Het Burma Centrum Nederland (BCN) en vakcentrale FNV stoppen met de campagne tegen Lauda Air en moedermaatschappij Austrian Air. Dat heeft coördinator P. Ras van het centrum woensdag laten weten.
Sinds de tsunami vloog Lauda Air al niet meer op het Aziatische land, dat bekend staat om de mensenrechtenschendingen van de militaire junta. Recent is gebleken dat Austrian Air en Lauda Air de vluchten ook niet meer hervatten.„Wij zijn erg tevreden met dit besluit, en hebben de campagne nu formeel stopgezet", zei Ras. „Lauda Air is het zoveelste bedrijf dat stopt met activiteiten in Birma." De Oostenrijkse luchtvaartmaatschappij baarde eind 2002 opzien door als eerste Westerse bedrijf intercontinentale vluchten aan te bieden richting Birma.
De Nederlandse regering en de EU ontmoedigen toerisme naar Birma, onder meer vanwege oproepen daartoe vanuit de Birmese oppositiebeweging. Toeristen en Westerse investeerders zouden er mede voor zorgen dat het militaire bewind aan de macht blijft en dat dwangarbeid blijft voortbestaan. Het Burma Centrum voert al jaren actie tegen bedrijven die zakelijke banden onderhouden met het land. Tientallen ondernemingen, waaronder Heineken, Pepsi, Djoser en Kras Stervakanties, trokken zich in het verleden al terug uit Birma.
Toch zijn er nog veel Westerse bedrijven aanwezig. Het Franse olieconcern Total is nu het voornaamste mikpunt van activistenkritiek. Vier Nederlandse houtimporteurs zijn ook actief in het bosrijke land. De FNV heeft in november een officiële klacht over het gedrag van deze ondernemingen ingediend bij de Nederlandse regering.
Op het moment bieden vijf á zes Nederlandse reisorganisaties reizen aan naar Birma. Het gaat dan onder meer om Koning Aap en Incento. Birma is een kleine toeristische bestemming. Incento brengt bijvoorbeeld op jaarbasis slechts enkele tientallen Nederlanders naar de vroegere Britse kolonie. „We doen dat op een verantwoorde manier, wijzen onze klant niet alleen op de mooie, maar ook op de minder fraaie kanten van het land", zegt Incento–directeur G. Beltman.
„Het regime is absoluut fout en verderfelijk, daarom doen wij er ook geen zaken mee. We hebben daar een omgebouwd Rijncruiseschip varen, met 150 man personeel, waarvan 80 procent Birmezen. Die mensen hebben een mooie baan met uitstekende arbeidsvoorwaarden. Ik ken sommige bemanningsleden persoonlijk en weet dat ze vaak hele families kunnen onderhouden van hun salaris."