Biologisch boeren in VS steeds populairder
NEW YORK - „Ik had eigenlijk nooit over melk nagedacht tot onze zoon geboren was. Toen die opgroeide, vroeg ik mij af wat de beste melk voor hem zou zijn. Melk zonder schadelijke producten, dat was duidelijk”, aldus Alexis Gersten uit Bridgehampton op Long Island (New York).
Vrienden adviseerden haar ”organic milk”, oftewel biologische melk. Die komt van koeien die het grootste deel van het jaar buiten staan en gras grazen. Deze koeien zijn -als het goed is- niet behandeld met groeihormonen en gras noch wintervoer is bewerkt met bestrijdingsmiddelen. „Dat is in ieder geval de bedoeling, maar lang niet alle zogeheten biologische melk is geproduceerd onder deze strikte voorwaarden”, aldus George Siemon, directeur van Organic Valley, een biologisch melkbedrijf in Waupaca (Wisconsin).Volgens de huidige definitie van ”biologisch” moeten koeien bijvoorbeeld „de mogelijkheid” hebben om te grazen. „Dat is natuurlijk zo’n vage voorwaarde dat je daar makkelijk onderuit kunt. Vandaar pogingen van een paar grote biologische producenten om de overheid zover te krijgen het begrip biologisch wettelijk te definiëren”, aldus Siemon.
Daaraan wordt gewerkt, aldus woordvoerder Patrick O’Leary van het ministerie van Landbouw in Washington. „Biologische producten worden steeds populairder en wij moeten de consument dus een kwaliteitsgarantie bieden”, vertelt O’Leary.
Sommige biologische producenten wachten niet op de overheid en maken onderling afspraken. Bijvoorbeeld in Californië, waar de Britse kroonprins Charles -fervent pleitbezorger van biologische voedingsmiddelen- tijdens z’n recente Amerikaanse bezoek een korte uitstap maakte naar Bolinas om daar Star Route Farm te bezoeken. Star Route is het oudste biologische bedrijf in Californië. „Wij keerden terug uit de Vietnamoorlog en vonden hier in Californië in het biologisch boeren de heling die ons lichaam en onze geest dringend nodig hadden”, aldus Warren Weber, ooit afgestudeerd op Shakespeare.
Biologisch boeren en literatuur lijken elkaar aan te trekken. Niet ver van het eerdergenoemde Bridgehampton op Long Island bij New York ligt Quail Hill Farm in Amagansett. Manager van het bedrijf is de 55-jarige Scott Chaskey. Hij stelt zichzelf voor als „dichter en boer.” De New Yorker Scott vloog in z’n jonge jaren naar Groot-Brittannië om aan de universiteit van Oxford literatuur te studeren. Daar ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Megan. Het paar verhuisde na enige tijd naar Mousehole in Cornwall, waar zij biologisch begonnen te boeren.
In 1989 kwamen Scott en zijn vrouw terug naar de VS op verzoek van zijn ouders. Zij vestigden zich in Amagansett. Daar stichtten zij met tien andere gezinnen een zogeheten CSA, een Community Supported Agricultural Project oftewel een agrarisch collectief. Aanvankelijk beoefenden zij hun biologische landbouw op geleende stukken grond, maar in 1990 kregen zij grond in bruikleen van de Peconia Stichting in Quail Hill. „Arme grond waarin geen worm te vinden was; het heeft ons jaren gekost om daarin verbetering te brengen”, aldus Chaskey.
CSA’s vormen een unieke vorm van biologisch boeren in de VS. De activiteiten van Quail Hill Farm bestrijken inmiddels 55 hectaren. Te veel opbrengst voor tien gezinnen, maar de aanhang heeft zich in de afgelopen jaren dan ook danig uitgebreid. „Gezinnen kunnen lid worden van onze CSA voor 690 dollar (585 euro) per jaar; individuele leden betalen 355 dollar (300 euro). Wij hebben op dit moment 175 gezinsleden en vijftig individuele leden. Dat is dus een goede basis”, meent Chaskey.
De bijdragen worden gebruikt voor de aanschaf van grondstoffen en zaden. Er worden op Quail Hill geen chemische verdelgingsmiddelen gebruikt. „Wij gebruiken geen schadelijke stoffen om andere schadelijke invloeden te bestrijden. Als wij een plaag van het een of ander hebben, dan is dat jammer. Volgend jaar beter. Idem wat het weer betreft. Als de oogst tegenvalt, is dat vervelend voor iedereen. Wij dragen allemaal gezamenlijk de kosten, de lasten en de risico’s, maar vooral ook de fantastische opbrengst”, vertelt Scott.
Verschillende ’leden’ van Quail Hill zien in het coöperatief meer dan alleen een oord waar men gegarandeerd onbespoten groenten en vruchten kan kopen. „Wij werken hier vaak mee; dat geeft een ongelofelijk gevoel van verbondenheid met de aarde, met de natuur”, vertelt advocaat Jonathan Daley, die met zijn vrouw Rachel zakken aardappelen en groenten in hun auto stouwt.
Zijn de producten van Quail Hill beter dan wat men in goed gesorteerde winkels vindt ? „Het smaakt beter en wij hebben de zekerheid dat ze biologisch verantwoord zijn, en dat is een groot voordeel”, aldus Rachel.