Bot: Pittig gesprek met Rice
DEN HAAG - De Nederlandse regering is nog niet tevreden met de antwoorden van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, over de vermeende illegale detentiecentra waar de Amerikaanse inlichtingendienst CIA terrorismeverdachten zou verhoren.
Dat bleek dinsdag uit opmerkingen van minister Bot (Buitenlandse Zaken) tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer.Bot noemde de antwoorden die Rice heeft gegeven „niet bevredigend” en hij kondigde een „pittige discussie” met Rice aan als de ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO-landen morgen bijeen zijn in Brussel.
Eerder zei Bot nog dat het „consequenties” voor Nederlandse besluiten over nieuwe militaire operaties zal hebben als de Amerikanen „verstoppertje gaan spelen” met de waarheid.
Rice zei gisteren bij haar bezoek aan Duitsland dat de VS onder geen enkele omstandigheid verdachten martelen. Maandag had ze gezegd dat geheime transporten van terreurverdachten al enige tientallen jaren door de VS en andere landen worden uitgevoerd, in overeenstemming met het internationaal recht.
Bot zei gisteren in de Kamer dat ”rendition” (uitlevering) niet hetzelfde is als ontvoering. Bij rendition worden terreurverdachten sneller dan normaal uitgeleverd. Normale uitleveringsprocedures kunnen wel een jaar duren. „Naar mijn beste weten” heeft Nederland nooit aan rendition meegewerkt, zei Bot.
De minister kon in de Tweede Kamer nog steeds geen opheldering geven over CIA-vluchten die in Nederland tussenlandingen hebben gemaakt. Volgens internationale luchtvaartregels moet de luchtvaartmaatschappij melden of er gevaarlijke stoffen aan boord zijn, waar het toestel vandaan komt en waar het heen gaat. Maar er is geen verplichting om te zeggen wat voor passagiers er aan boord zijn.
Nog steeds is daarom niet duidelijk of een Amerikaans vliegtuig dat half november twee dagen op Schiphol stond terreurverdachten aan boord had. Volgens Bot is het ondoenlijk om van alle 1000 toestellen die op een dag Schiphol aandoen te onderzoeken wat er precies aan boord is.
Gisteren meldde de VPRO-radio dat de CIA ook op Rotterdam Airport zes tussenlandingen heeft gemaakt. Tussen 2002 en 2004 gingen zes CIA-vluchten via Rotterdam Airport en een via de Prinses Julianaluchthaven op Sint Maarten, aldus de VPRO. Volgens spotters ging het om een Gulfstream V.
Een woordvoerster van Rotterdam Airport weet niets van geheime vluchten met terreurverdachten. „Als luchthaven zien we wel dat er een vlucht gaat, maar niet wie zich in een vliegtuig bevindt. De Koninklijke Marechaussee bewaakt hier de grenzen. De luchthaven zorgt er alleen voor dat de vliegtuigen veilig kunnen landen en opstijgen.”