Geref. Garderen zet onderzoek voort
De kerkenraad van de gereformeerde kerk in Garderen gaat verder met het onderzoek naar de mogelijkheid van een eventuele verzelfstandiging bij een fusie van de drie SoW-kerken. Een gesprek tussen de kerkenraad en het moderamen van de gereformeerde synode, eerder deze maand, heeft nog vragen opengelaten. Die heeft de kerkenraad na een interne evaluatie inmiddels schriftelijk voorgelegd aan het kerkbestuur.
In april gaf de ledenvergadering de kerkenraad opdracht te onderzoeken welke mogelijkheden er nog openstaan, zou de SoW-fusie onverhoopt doorgang vinden. De gereformeerde kerk in Garderen denkt „nadrukkelijk aan een zelfstandig voortbestaan van de kerk, los van het landelijk SoW-kerkverband”, maakte de kerkenraad twee maanden geleden bekend. Daarvoor is de kerkenraad kerkordelijke, juridische en praktische consequenties aan het natrekken.
Ds. K. J. Bijleveld licht desgevraagd toe dat „er absoluut nog geen besluit over verzelfstandiging is genomen. Maar wij maken ons wel in alle ernst zorgen over hoe de nieuwe kerkorde er gaat uitzien.”
De kerkenraad schreef onder andere een brief aan de classis Nijkerk met de vraag „ons te informeren over wat formeel kerkordelijk moet geschieden om zelfstandig verder te gaan.” De classis bespreekt de brief op haar vergadering in september.
Het gereformeerde moderamen vroeg vervolgens om een gesprek in verband met het onderzoek dat de Garderense kerk is gestart. Beide partijen laten in een persbericht weten dat het gesprek in goede sfeer is verlopen en dat het diende ter verduidelijking van het beleid.
De gemeenteleden krijgen binnenkort een verslag over de stand van zaken tot op heden. Dat verslag wordt een praatstuk voor een ledenvergadering die in augustus of september zal plaatshebben, zo is de bedoeling.
De gereformeerde kerk van Garderen heeft bezwaren tegen de voorgestelde „top-downstructuur in de nieuwe SoW-kerkorde” en tegen „de leiding vanuit de synode aan het geestelijk leven.” In het gesprek heeft het moderamen beklemtoond dat de nieuwe SoW-kerkorde „juist erg aansluit bij de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente.” De synodale leiding beperkt zich tot de afstemming van de verschillende vormen van kerkenwerk en de behartiging van algemene belangen, zo liet het moderamen aan Garderen weten.
Inmiddels heeft de kerkenraad het gesprek geëvalueerd en vastgesteld dat er op een aantal punten duidelijkheid is gekomen. Ds. Bijleveld: „Maar we zijn nog niet gerustgesteld dat het zal meevallen op de punten waar wij bezwaar tegen hebben.”
De nog openstaande vragen en uit het gesprek voortvloeiende nieuwe vragen heeft de kerkenraad nu schriftelijk aan het kerkbestuur voorgelegd.
Zo vraagt de kerkenraad bijvoorbeeld of men kan stellen dat de rol van de synode in feite uitgespeeld is, wanneer het gaat om het formuleren van antwoorden op leerstellige vraagstukken en het bewaken van de zuiverheid van de leer. De kerkenraad neemt daarbij in aanmerking dat in de gefuseerde kerk de inzichten nog veel verder uit elkaar liggen dan in de huidige Gereformeerde Kerken in Nederland.
Een andere vraag luidt: „In hoeverre kan men stellen dat wij nu eindelijk ”allen één” zullen zijn, in aanmerking genomen de problemen die bestaan tussen de verschillende richtingen binnen de betrokken kerken, zoals de kwestie over het homohuwelijk?”
De kerkenraad verwijst hierbij naar het „schot voor de boeg” dat de lutherse synode richting de hervormde synode op dit punt gaf. De nieuwe lutherse synodepreses, mevrouw ds. I. Fritz, zette zoals ze zelf zei „de zaak op scherp.” Voorafgaande aan de hervormde synodevergadering meldde ze dat als de synode niet akkoord zou gaan met het zegenen van homorelaties dat een mogelijk breekpunt voor SoW zou zijn.
Verder vraagt Garderen nog: „Kan men stellen dat het primaat van de plaatselijke kerk wordt overgenomen door de landelijke kerk?”
Ook oppert de kerkenraad dat de bezwaren van 463 kerken in feite niet serieus genomen zijn, maar zijn beantwoord door het aanbieden van een ’doekje voor het bloeden’. „Er is in feite niet gedacht en gehandeld vanuit de gevoelens van de ’achterban’, maar vanuit het besluit om koste wat het kost te fuseren, waarbij degenen die nog bezwaren hebben dan maar een zekere tegemoetkoming wordt geboden”, vermoeden ze in Garderen.
Desgevraagd geeft ds. Bijleveld aan dat de kerkenraad in Garderen moeite heeft met het besluit van de synode om te gaan werken aan een overgangsmaatregel. Verder vraagt de kerkenraad zich af in hoeverre het besluit van de gereformeerde synode nog kan worden teruggedraaid door bezwaren van andere synoden dan wel van de triosynode.
De kerkenraad ziet verder een tegenstelling tussen de stelling dat de plaatselijke kerk eigenaar blijft en de vraag of een plaatselijke kerk kan uitstappen met behoud van eigendommen. De kerkenraad wil graag weten hoe dit kan worden verklaard. „Als de plaatselijke kerk eigenaar blijft, waarom moet er dan een tijdelijke regeling komen om uitstappen met behoud van eigendom mogelijk te maken?”
Het moderamen werkt momenteel aan de schriftelijke beantwoording van deze en nog een aantal andere vragen.