Wildgroei aan regels voor staken zorg
GRONINGEN - Driekwart van alle ziekenhuizen neemt de beslissing om een wilsonbekwame patiënt op de intensive care geen levensverlengende behandeling meer te geven zonder dat hier vaste richtlijnen voor zijn.
Dat blijkt uit een studie van drs. D. Kleijer, die onderzoek deed bij een derde van de Nederlandse ziekenhuizen en daarop op 12 december aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveert.Hebben ziekenhuizen een richtlijn, dan kan de inhoud daarvan volgens Kleijer enorm verschillen. Zo mag op de ene ic de vertegenwoordiger of de familie van de patiënt standaard meebeslissen, terwijl in andere ziekenhuizen hun oordeel er in het geheel niet toe doet.
Op 20 procent van de ic’s wordt het besluit om de behandeling te staken niet genomen door het gehele betrokken medisch team. Kleijer vindt dat onzorgvuldig. „De beslissing ”medisch zinloos handelen” wordt mede gebaseerd op een oordeel over de resterende kwaliteit van iemands leven. Om daarover slechts één persoon te laten oordelen is per definitie te subjectief.”
Kleijer ontdekte verder dat op enkele ic’s de verpleegkundigen buiten hun bevoegdheden treden door zelf de dosering van pijnstillers en slaapmiddelen te bepalen, nadat de behandeling is gestaakt. „Bij de afwezigheid van een arts komt een verpleegkundige noodgedwongen in die positie”, aldus Kleijer. „Daarom moet een arts altijd beschikbaar zijn.”