Bang voor radicale Turkse ronselaar
DEN HAAG - Drie Haagse moslimjongeren zijn sinds anderhalve week spoorloos. Hun ouders zijn bang dat het drietal is geronseld voor de gewapende jihad. Kort voor vertrek sprak een van hen over deelname aan de strijd in Tsjetsjenië.
„Als ze niets te doen hadden, kwamen ze hier soms vijf keer per dag”, zegt Faouzi Lamaakchaoui van de Haagse as-Soennah-moskee. Het islamitische gebedshuis, een van de meest orthodoxe van Nederland, trekt veel moslimjongeren die uiterst serieus met hun geloof willen omgaan. Maar voor de gewapende jihad zijn ze bij as-Soennah aan het verkeerde adres, benadrukt Lamaakchaoui. De moskee wijst geweld door individuele moslims van de hand.De moskeemedewerker kent de drie verdwenen jongens, Ramazan, Saïd en Driss, persoonlijk. Vooral de Turkse Ramazan (21) kwam volgens hem de laatste maanden vaak in de moskee. „Hij was de laatste tijd heel serieus bezig met zijn geloof. Hij viel op in de moskee door zijn lichtere huid. Veel bezoekers maakten graag een praatje met hem. Maar dat hij mogelijk met de gewapende strijd bezig was, hebben we nooit geweten. Ik kreeg rubberen knietjes toen ik hoorde dat ze waren verdwenen.”
Ook de vader van Ramazan staat versteld dat zijn zoon is verdwenen. Hij vreest dat de jongeman is omgepraat, zegt hij desgevraagd. „Ik ben bang dat hij onder invloed van radicalen is gekomen. Hij is nog maar 21 jaar, je hebt gemakkelijk invloed op hem. Ik vrees dat ze zijn hoofd hebben schoongemaakt.” De ouders van Ramazan spraken dinsdag met burgemeester Deetman van Den Haag.
De drie jongeren hebben al hun eigendommen thuis achtergelaten. Zelfs hun mobiele telefoon bleef achter. Alleen een flinke som contant geld, een bankpas en een paspoort nam het drietal mee.
Ramazan sprak drie maanden geleden met zijn moeder over deelname aan de strijd in Tsjetsjenië. Zijn vader schrok zich wild toen hij dat hoorde, zegt hij. „Ik heb hem verboden daar nog langer over te spreken. Dat is daarna ook niet meer gebeurd.”
De vader van Ramazan vreest dat zijn zoon in de ban is geraakt van een Turkse radicale moslim. Ook Lamaakchaoui is daar bang voor. Deze Hagenaar werd in 2003 opgepakt door de AIVD, juist omdat hij jongeren zou ronselen voor de jihad.
Na zijn vrijlating kreeg hij een spreekverbod in de as-Soennah-moskee, waar de man nog steeds regelmatig komt. Vorige week, na de verdwijning van de jongeren, besloot het bestuur van de moskee hem ook de toegang tot het gebedshuis te ontzeggen.
„Hij sprak hier heel veel jongeren aan”, zegt Lamaakchaoui. „Bovendien geeft hij thuis koranles, terwijl hij daarvoor niet heeft gestudeerd.” De man is bij veel jongeren populair, merkt Lamaakchaoui. „Er gaan ook jongeren heen die hier naar de moskee komen. Maar je kunt ze niet tegenhouden. Ik kan die man toch niet verbieden om hen thuis te ontvangen?”
Wel heeft de moskeemedewerker nadrukkelijk gesproken met de Turk over de verdwijning van de drie jongemannen. Ze zouden allen bij hem gesignaleerd zijn op zijn huiskamerbijeenkomsten. „Ramazan had nog een afspraak bij hem staan”, zegt Lamaakchaoui. „Maar de Turk ontkent dat hij met Ramazan en de andere twee jongens over de jihad heeft gesproken.”