De zorgen van een Chaldese kerk in Turkije
ISTANBUL - François Yakan heeft een opgeruimd karakter. Dat is maar goed ook. De man die aan het hoofd staat van de Chaldese Kerk in Turkije zou het anders met alle problemen niet redden. Opgeven is echter een woord dat Yakan niet kent. „We zijn al 2000 jaar in Turkije. En we hebben nog wat te doen.”
In een onooglijk pand in een zijstraat van de drukke winkelpromenade Istiklal Caddesi is het hoofdkantoor van de Chaldese Kerk gevestigd. Naast het kantoor staat het kerkgebouw. Aan de overkant zetelt het Britse consulaat, dat twee jaar geleden nog doelwit van een aanslag was. „Gelukkig waren al onze medewerkers achter in het pand, daardoor vielen er hier alleen maar gewonden”, vertelt François Yakan, leider van de Chaldese Kerk in Turkije.Omdat hij getrouwd is -zijn vrouw is sociologe aan de Sorbonne in Parijs- is hij geen bisschop, maar heeft hij, zoals dat heet, ”de episcopale leiding” in handen. Dat werk doet hij overigens onbezoldigd. Zijn vrouw is kostwinner.
De Chaldese Kerk sloot zich in 1553 aan bij de Rooms-Katholieke Kerk. Indertijd scheidden de Chaldeeën zich af van de nestorianen, die alleen de goddelijke natuur van Christus erkennen. Bij de Chaldese Kerk kunnen getrouwde mannen tot priester worden gewijd. Tijdens kerkdiensten bedienen geestelijken zich van het Aramees, de taal die Christus tijdens Zijn leven op aarde sprak.
Vluchtelingen
Niemand hoeft jaloers te zijn op François Yakan (47). Zijn gemeente telt ruim 600 leden, maar heeft de zorg over 4000 Chaldese vluchtelingen die vanuit Irak naar Turkije zijn getrokken. De Chaldeën komen, aldus Yakan, voornamelijk uit het noorden van Irak, waar ze door de Koerden worden verdreven. „De Koerden hebben de Turkmenen eruit gewerkt. Nu zijn de Chaldese christenen aan de beurt. Vaak wordt er ’s avonds een brief onder de deur door geschoven met de boodschap: „Jullie hebben 24 uur om te vertrekken.” En dan volgt een dreigement.”
Volgens Yakan is er sprake van een islamisering in Noord-Irak. „Er stroomt geld binnen vanuit Arabische landen om de Koerden te islamiseren. Plaats voor Chaldese christenen is er niet meer.”
Yakan ontfermt zich met zijn gemeenteleden over de gevluchte geloofsgenoten. „Turkije stuurt de Iraakse christenen niet terug, dat is al heel wat. Maar op bijstand van de staat hoeven de vluchtelingen niet te rekenen. De Chaldese christenen uit Noord-Irak kunnen na drie jaar het Turkse staatsburgerschap aanvragen. En dan duurt het nog minimaal twee jaar voordat het staatsburgerschap daadwerkelijk wordt verleend. Tot die tijd moet onze kerk deze mensen van voedsel voorzien. De mannen mogen niet werken. Vinden ze toch werk en komen de autoriteiten er achter, dan worden ze het land uitgestuurd.”
Mogen de vaders niet werken, de kinderen mogen niet naar school. „Dus geven wij ze les. Zonder onderwijs bereik je niets in het leven. Wij leren ze ook de Turkse taal, want we hopen toch dat ze hier blijven. Dat zou voor de kerk hier een zegen zijn.”
Yakan werd er door de politie op aangesproken dat hij de kinderen les gaf. Hij had zijn antwoord onmiddellijk gereed: „„Moeten ze dan op straat rondhangen? U weet wat er dan gebeurt.” Daarop hadden ze geen verweer. Nu wordt het getolereerd.”
De kerkleider komt regelmatig in aanraking met de Turkse autoriteiten. De eerste keer was in 2002. Toen merkte Yakan dat de Chaldeeën werden teruggestuurd. „Daarop heb ik bij de politie protest aangetekend. Sindsdien zijn er geen Chaldeeën meer teruggestuurd.”
Onlangs ging Yakan naar Ankara. Hem was ter ore gekomen dat Turkmenen uit Noord-Irak binnen de kortste keren het Turkse staatsburgerschap ontvingen. „Er werd dus met twee maten gemeten. Ik naar Ankara: „Waarom krijgen de Turkmenen dat zo snel? En waarom moeten mijn kinderen minimaal vijf jaar wachten?”
Men reageerde beschaamd: „Vader, wat wilt u drinken?” zo vroegen ze.”
Heeft uw kerk hier nog wel toekomst als ze keer op keer wordt benadeeld?
„Wij zijn hier al 2000 jaar. En we hebben nog heel wat te doen. De laatste paar jaar merk je toch dat er meer mogelijkheden in Turkije zijn. Ons eerste doel moet niet zijn moslims bekeren, maar hun duidelijk maken dat wij hier eerder waren dan zij.”
De Chaldese Kerk is tamelijk naar binnen gericht. Dat stoort Yakan. „Bij ons wordt in het Aramees gepreekt. Een Turk verstaat daar toch niets van?”
De evangelicalen pakken het wat dat betreft beter aan, vindt hij. „In drie, vier maanden leren ze de Turkse taal en dan begeven ze zich onder de mensen. Je moet je hier wortelen om de maatschappij te kunnen begrijpen en te kunnen werken.”
Speerpunt
François Yakan wordt er wel eens moe van. „Soms denk ik: Het is genoeg geweest. Je lost hier het ene probleem op, terwijl het andere zich alweer aandient.”
Is het ooit anders geweest?
„Het is altijd zo geweest, maar vroeger was ik jonger; toen kon ik het beter aan.”
De leider van de Chaldese Kerk in Turkije hoopt dat de besprekingen met de Europese Unie tot hervormingen in Turkije zullen leiden, al is hij daar niet zeker van. „Het is goed dat de onderhandelingen zijn begonnen. Tegelijk moet je zeggen dat de Turkse regering tot dusver alleen loze beloftes heeft gedaan. We moeten afwachten waar het met de EU op uitloopt. Het is net een huwelijk. De bruid heeft zich mooi gemaakt en nu maar kijken hoe de bruiloft verloopt.”
Premier Erdogan omarmt een modern Europa als het om economische zaken gaat, zegt Yakan. „Met de christelijke waarden is het een ander verhaal. Maar wie staat er in Europa op om zich daar sterk voor te maken? Niemand. Terwijl Erdogan zegt: „Waarom zouden de islamitische waarden ook niet goed zijn voor Europa?””
Heeft Erdogan een islamitisch program voor Europa?
„Erdogan heeft letterlijk gezegd: De Europeanen moeten onze waarden accepteren. Waar dat toe leidt, ziet men in de stad Konya, het oude Ikónium. Daar zijn onlangs de drankzaken gesloten. Pas stond er in een Arabische krant een cartoon over Turkije en de Europese Unie. Turkije was afgebeeld als een speerpunt richting Europa.”
Dit is het tweede artikel in een serie van vier over de positie van christenen in Turkije. Het eerste verscheen zaterdag.