Kerkenraden worden niet gehoord over unievoorstel
Kerkenraden in de Hervormde Kerk krijgen geen gelegenheid zich uit te spreken over het unievoorstel van de Gereformeerde Bond en de Confessionele Vereniging. Diverse moties die dit poogden te bereiken, kregen vrijdag tijdens de vergadering van de hervormde synode alle rond de 25 van de 70 stemmen.
De hervormde synode besprak vrijdag in Nijkerk het unievoorstel. Ds. P. van der Kraan (classis Alblasserdam) en ds. W. Meijer (classis Nijkerk) stelden in een motie dat Samen op Weg in een vorm waarvan duidelijk is dat deze tot scheuringen leidt binnen de Hervormde Kerk onacceptabel is. Hun verzoek om alle gemeenten, kerkenraden en classes hun visie op het unievoorstel te laten geven, kreeg de steun van 25 synodeleden.
Ds. G. de Fijter uit Kampen wil kerkenraden vragen of ze instemmen met het voornemen dat in 2003 het verenigingsbesluit wordt genomen. „Het lijkt wel alsof er niemand meer blij is.” Ds. De Fijter is tegen een referendum maar wil wel weten hoe het grondvlak erover denkt. „Het fusieproces kan alleen slagen als het grondvlak mee gaat doen.” Met 24 stemmen voor werd zijn motie afgewezen.
Ds. H. de Jong (Zwolle) wil hetzelfde bij de classes peilen en hun ook vragen of zij de voorkeur geven aan een federatief verband. Op het grondvlak zijn er volgens hem velen die anders willen. Ook zijn motie verdween met 27 stemmen voor van tafel.
Drieëntwintig synodeleden steunden het voorstel van ds. J. Holtslag (classis Rotterdam) om 12 december 2003 als datum voor het definitieve verenigingsbesluit niet te aanvaarden. „Als de kogel dan door de kerk moet, zullen grote wonden worden veroorzaakt. En niet alleen bij bezwaarden. De kans is even groot dat het verenigingsbesluit niet wordt aangenomen.”
Ouderling M. Burggraaf (classis Ede) stelde voor met het besluit tot vereniging te wachten tot ten minste de helft van de hervormde wijkgemeenten plaatselijk is gefedereerd met een gereformeerde kerk of een evangelisch-lutherse gemeente. Hij vindt dat de eenheid van de kerk niet kan bestaan zonder de eenheid van de plaatselijke gemeente. „De nu ontwikkelde kerkorde is niet van een hoger eenheidsgehalte dan het unievoorstel.” Zijn motie kreeg de steun van 21 synodeleden en werd ook verworpen.
Synodepreses ds. A. W. van der Plas sprak bij het begin van de behandeling namens het moderamen de hoop uit dat de bespreking de synodeleden zou verbinden in de gezamenlijke zorg voor de eenheid van de kerk. „Het moderamen is zich bewust van de teleurstelling, die een eventuele afwijzing van het unievoorstel bij bezwaarde gemeenten en leden van de kerk kan wekken.” Daarom wil het moderamen het gesprek met bezwaarden voortzetten.
Voor ds. A. C. Rijken (classis Bommel) is een unie het uiterste wat kan. „Laten we nu geen stappen zetten waar we later spijt van krijgen en die we voor God niet kunnen verantwoorden.”
Ds. H. J. Ekker (classis Edam) vindt dat de synode al voldoende naar het grondvlak heeft geluisterd. Hij wil de plaatselijke gemeenten nu niets vragen. Hij riep de synode op haar eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Diaken L. Nelck-Brinkmann (classis Zutphen) ziet in het unievoorstel de zoveelste poging het SoW-proces te vertragen of stop te zetten. „Beseffen de mensen die met voorstellen komen dat zij nu schade aan de kerk toebrengen. We scheuren nog niet, maar we slijten wel. Het herstellen van een slijtageplek is net zo moeilijk als het herstellen van een scheur.” Ze riep op te stoppen met tijdrovende binnenkerkelijke acties.
Voor ds. H. J. Jansen (classis Emmen) is het unievoorstel geen weg. „Hooguit een doodlopende. Het is hetzelfde als stoppen en je neerleggen bij de impasse.”
Mevrouw ds. V. Hinten (classis IJzendijke) vergeleek SoW met de woestijntocht van het volk Israël. „Misschien staan we voor de Jordaan. Ik vermoed dat het water tot de enkels reikt. Durven wij daar niet doorheen?”
Ds. W. van den Brink (classis Nijmegen) riep de synode op ruimte te nemen voor het geestelijke gesprek dat veertig jaar is verwaarloosd.
Ds. J. H. Schrijver uit Woerden zegt ”ja, mits” tegen SoW. Hij schrijft het mits echter met steeds grotere letters, vertelde hij. „De conceptkerkorde spreekt met meer monden: haal maar uit de schappen van de kerk wat je lust.” Wie zegt dat er ook plaats voor orthodoxen mag zijn, heeft het volgens hem niet begrepen. „Dat is een kluif die je wordt voorgehouden, maar die lust ik niet. We willen niet een orthodoxe sector, we willen een orthodoxe kerk.”
Volgens visitator-generaal ds. J. Stelwagen duurt de tijd van hangen en wurgen al veel te lang. „Duidelijkheid verdient verre de voorkeur. Zelfs al zou dat een negatieve duidelijkheid zijn.”