Buitenland

Grimmige sfeer in Libanon rond Palestijnse vluchtelingenkampen

BEIROET - Als een donkere wolk hangt het Palestijnse vluchtelingenvraagstuk boven Libanon. Al decennialang leven er honderdduizenden Palestijnse vluchtelingen onder de meest erbarmelijke omstandigheden. Nadat met het vertrek van de Syriërs de steun is weggevallen, geldt in de vluchtelingenkampen steeds meer het recht van de sterkste. De Libanezen weten zich geen er raad mee.

Arthur Blok
18 November 2005 11:51Gewijzigd op 14 November 2020 03:11

Een gewapend conflict in een van de vluchtelingenkampen in Libanon lijkt eerder regel dan uitzondering te worden. In de afgelopen maanden liepen de spanningen hoog op. Zelfs tijdens het bezoek van de Palestijnse minister van Vluchtelingenzaken, Abbas Zaki, bleef de sfeer gespannen.Aan de vooravond van het bezoek, wat samenviel met de herdenking van Yasser Arafat, werden door het Libanese leger twee Palestijnse militieleiders opgepakt wegens illegaal wapenbezit. Het hoofd van de pro-Syrische As-Saeqamilitie verdween samen met zijn -Libanese- handlangers achter de tralies. Zij zouden betrokken zijn bij de aanslagen die het land het afgelopen jaar in hun greep hielden. Het is voor het eerst dat de autoriteiten zo nadrukkelijk de jacht op Palestijnse terroristen hebben geopend.

Het zijn vooral de grote hoeveelheid wapens in de vluchtelingenkampen die voor veel onrust onder de Libanese bevolking zorgen. Nadat de Syrische troepen zich terug hadden getrokken, werd bekend dat vrachtwagens wapens en munitie bij de diverse kampen hebben afgeleverd.

Dat de bewapening van de Palestijnen een omstreden punt blijft bewees minister Abbas Zaki met zijn bezoek aan het begin van deze week. Hij benadrukte nog maar eens dat de Palestijnen „het recht” hebben wapens te bezitten. Praten over ontwapening kan volgens hem alleen als er „meer burgerrechten” voor de vluchtelingen komen.

Een bezoek aan het kamp Chatila, in het zuiden van Beiroet, laat een diepe indruk achter. Een huis in het kamp is niet meer dan wat aan elkaar getimmerde houten platen met een golfplaat of een stuk plastic als dak. Riolering ontbreekt en veel huizen hebben geen stromend water. In de afgelopen vijftig jaar is er amper iets ondernomen om de situatie voor deze mensen te verbeteren.

In het kamp bepalen autoskeletten en vuilnis het straatbeeld. Op elk stukje vrije muur hangen foto’s van martelaren of politieke leiders. Net als in de Gazastrook en op de Westoever overheerst anarchie en strijden verschillende, vaak gewapende, groeperingen om de gunst van de bevolking.

Na het historische bezoek van president Abbas afgelopen zomer gloorde er een sprankje hoop. Een aantal levensbeperkende maatregelen zouden worden opgeheven. Palestijnse vluchtelingen zouden voor het eerst in vijftig jaar eenvoudig werk buiten de kampen mogen verrichten en de huizen zouden worden opgeknapt. Maar een halfjaar later is er nog niets veranderd.

„Wij willen alleen maar terug naar huis”, vertelt Yasser Gazi, kapper in Chatila. De klanten in zijn eenvoudige kapsalon knikken instemmend. Geen van hen wenst in Libanon te blijven. „De enige oplossing voor ons probleem is terugkeren naar de huizen waar onze grootouders uit werden geschopt!”

De sfeer in en rond de kampen wordt steeds grimmiger. Gesterkt door het vertrek van de Syriërs en resolutie 1559 van de VN, (die ook ontwapening van alle milities in Libanon voorschrijft) heeft het Libanese leger extra controlepunten opgeworpen. Elke auto die een kamp in of uit wil, wordt gecontroleerd. Dirt was een jaar geleden nog ondenkbaar.

Het grootste struikelblok is volgens hoogleraar politicologie Hilal Khasan van de Amerikaanse Universiteit in Beiroet de „demografische verhouding” in het land. „Als alle Palestijnse vluchtelingen de Libanese nationaliteit zouden krijgen, verstoort dat de demografische verhouding in het land ernstig.”

Khasan legt uit dat de ongeveer 10.000 christelijke Palestijnen in de jaren zeventig wel de keus kregen een Libanees paspoort te nemen. „Als je 300.000 moslims de Libanese nationaliteit geeft (op een bevolking van 3,5 miljoen, red.), zijn de christenen in de minderheid en kunnen zij geen aanspraak meer maken op het presidentschap. Dat zal de gemeenschap nooit accepteren.”

Volgens de hoogleraar nemen op dit moment alleen nog de pro-Syrische groeperingen zoals de Hezbollah en de Amalbeweging het voor de Palestijnse zaak op. „De enige manier om de publieke opinie te wijzigen is alle wapens inleveren.”

Tot op de dag van vandaag houden Libanezen de Palestijnen verantwoordelijk voor een serie problemen in het land. Ze speelden een hoofdrol in de burgeroorlog en nog steeds wordt gevreesd dat de Palestijnse milities het land in een nieuw conflict met buurland Israël storten.

„Ze kunnen hier niet blijven, wij hebben al genoeg problemen zonder de Palestijnen”, stelt Rania Saab, studente recht aan de Amerikaanse universiteit van Beiroet. „Resolutie 1559 moet volledig worden uitgevoerd. Na de Palestijnen is de Hezbollah aan de beurt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer