Binnenland

Moslimschool in de fout met kledingeis

UTRECHT - Het Islamitisch College Amsterdam (ICA) mag van moslimasollicitanten niet eisen dat ze op school een hoofddoek dragen. Dat stelt de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Voorzitter mr. A. G. Castermans: „Hiermee is niet gezegd dat reformatorische scholen geen kledingeisen mogen stellen.”

Van onze verslaggever
16 November 2005 11:40Gewijzigd op 14 November 2020 03:10

De CGB sprak dinsdagmiddag uit dat de islamitische school de 32-jarige docente Samira Haddad in mei ten onrechte een baan als docente Arabisch heeft onthouden. De Amsterdamse, die opgroeide in Tunesië, werd niet aangenomen op het ICA omdat ze weigert een hoofddoekje te dragen. Op de school kunnen alleen niet-islamitische leraren vrijstelling krijgen van die verplichting.Volgens de commissie maakt het ICA een verboden onderscheid op grond van godsdienst door van moslima’s meer te eisen dan van niet-moslima’s. „Het afleggen van het islamitische geloof is voor de school geen probleem, maar het niet dragen van een hoofddoek door een moslima opeens wel. Dan is het voor de school blijkbaar niet noodzakelijk dat een docente een hoofddoekje draagt om de grondslag van de school te verwezenlijken. Het ICA kan daarom het dragen van een hoofddoek niet als noodzakelijke functie-eis aan moslima’s opleggen.”

Rector Bijkerk zegt ongelukkig te zijn met de uitspraak van de CGB. Voor 13 december geeft de school aan de commissie een reactie op de uitspraak. Het ICA is in ieder geval niet verplicht Haddad alsnog aan te nemen, want de uitspraken van de CGB zijn niet bindend. Haddad heeft inmiddels een baan bij het ROC in Utrecht en had de zaak bij de CGB „uit principe” aangespannen.

Castermans benadrukt dat in sommige gevallen wel degelijk eisen mogen worden gesteld aan bijvoorbeeld kleding. „Maar alleen wanneer die nodig zijn om de doelstellingen van een school te bereiken.” Daarom ziet de voorzitter van de CGB met het oog op de jongste uitspraak geen enkele reden tot ongerustheid voor reformatorische scholen.

„Bij mijn weten hebben scholen zoals het Van Lodensteincollege in Amersfoort een zodanig consequent beleid dat het van iedere werknemer het christelijke geloof vraagt. Daar is onder andere aan verbonden dat alle vrouwelijke werknemers een rok dragen. Ook vanwege de voorbeeldfunctie tegenover leerlingen.”

Het zou volgens Castermans een andere kwestie zijn als een reformatorische school niet-christelijke werknemers zou aannemen, voor wie vervolgens soepeler kledingvoorschriften zouden gelden. „Voor zover ik dat nu kan beoordelen, stempelt de grondslag van een reformatorische school het hele doen en laten. Dan mag zich dat ook uiten in kledingvoorschriften voor bijvoorbeeld een docente Nederlands. De islamitische school in Amsterdam vindt het niet noodzakelijk van alle werknemers te eisen dat ze moslim zijn. Dan vraag ik me af: Hoe belangrijk vind je de grondslag van je school? Bij reformatorische scholen ligt dat heel anders. Die hoeven dan ook niet benauwd te worden van deze uitspraak.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer