Binnenland

Terreuraanslag „gaat een keer komen”

DEN HAAG - Peter van Zunderd, baas van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), is „werkelijk bezorgd” over het risico op een terroristische aanslag in Nederland.

J. Visscher
16 November 2005 11:38Gewijzigd op 14 November 2020 03:10

„Er is geen enkel argument om te denken dat de dreiging zou afnemen en dat zich hier geen grote aanslag zal voltrekken. Het gaat een keer gebeuren. Daar moet je realistisch in zijn.” Van Zunderd meldt een en ander in het boek ”Terrorisme en Nederland”, dat woensdagmiddag in Den Haag is gepresenteerd. Het betreft een bundeling van essays en interviews met leidinggevenden over terrorisme.Van Zunderd pleit voor een campagne waarin het Nederlandse volk blijvend alert zou moeten worden gehouden. Daar schort het volgens de KLPD-baas nu aan. „Mensen zijn nu niet adequaat geïnformeerd. Natuurlijk weet iedereen wel dat je op luchthavens en stations moet letten op verdachte pakketjes of tassen. Maar je kunt dit soort zaken niet eindeloos herhalen. Dus ben ik er een groot voorstander van op een campagneachtige manier mensen te informeren over wat er speelt. Ik wil zeker geen angst aanpraten. Maar we moeten wel proberen te bereiken dat mensen een soort tweede natuur ontwikkelen om alert te zijn op dat wat afwijkt van het gangbare.” Van Zunderd denkt aan een campagne zoals die rond de Europese voetbalkampioenschappen van 2000 is opgezet.

Wapens
Tjibbe Joustra, nationaal coördinator terrorismebestrijding (NCTb), signaleert dat de samenwerking met buitenlandse autoriteiten veel te wensen overlaat. „De bestrijding van terrorisme is in veel landen nog van niemand de hoofdtaak. Inlichtingendiensten staan niet te trappelen om kennis zomaar weg te geven. ”Zelf doen” is dikwijls het devies. Zélf de eer verwerven als iets is gelukt.”

In Nederland begint de samenwerking tussen overheidsdiensten, zoals openbaar ministerie, Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), vruchten af te werpen, signaleert Joustra in het boek. „Er wordt over en weer veel om informatie gevraagd. De onderlinge openheid is enorm gegroeid. We zijn het stadium van amateurisme voorbij. Er zijn aanslagen voorkomen.”

Gematigde allochtonen dreigen te radicaliseren als ze steeds als „tweederangsburgers” worden beschouwd, waarschuwt burgemeester Deetman van Den Haag. Hij wijst erop dat goed opgeleide jongeren met prima papieren niet aan de bak komen. „Ze vallen al af als ze hun naam noemen. Ze worden niet uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Ik hoor te veel van het fenomeen. Je denkt: met dat diploma ben ik wat waard. Maar dan krijg je geen werk, word je gepasseerd. Daar word je toch recalcitrant van?”

Doorn in het oog van Deetman is dat wapens tegenwoordig makkelijk te verkrijgen zijn. „Op dat punt zijn westerse overheden, zowel in Europa als in de Verenigde Staten, veel te laks. Je hebt maar een kwaadaardige enkeling nodig die de mogelijkheid benut en het is te laat. Onlangs zag ik ergens in een grote buitenlandse stad een winkel waar je pistolen en andere handwapens kon kopen, met een grote reclame op de winkelruit. Ik weet niet of ze die wapens aan iedereen mochten verkopen, maar het was toch wel een gek gezicht.”

Antennes
Sinds de opkomst van het islamitisch terrorisme is de groei van de technische beveiligingsmarkt „onstuimig” gegroeid, constateert Jan Kamminga, voorzitter van de werkgeversorganisatie FME. Zo steeg de vraag naar beveiligingsapparatuur na de aanslagen in Londen explosief. De techniek wordt steeds ingenieuzer. „Er is een innovatie gaande die zijn weerga niet kent. Iedereen kent de sluizen, de pasjes, de detectielussen, maar het echte vernuft zit in de ontwikkeling van onzichtbare beveiligingen. Zoals onopvallende, maar hypergevoelige antennes die de geringste beweging of verandering registreren en stil alarm in werking zetten. Waar dan ook. Zelfs over grote watervlaktes of in het hart van zinderende woestijngebieden.”

De FME werkt aan een checklist voor terreurdreiging voor bedrijven. „Het plaatsen van een hek om een bedrijf is niet de uitdaging, omdat terroristen eerder de onbeschermde units opzoeken. Essentieel is meer samenwerking en meer gegevensuitwisseling tussen alle diensten in Nederland.”

Zorgen maakt Kamminga zich over de beveiliging van kleinere technologiebedrijven die zich „absoluut niet realiseren” dat ze spullen maken die interessant kunnen zijn voor terroristen. „Je loopt er zo binnen, zonder welke controle dan ook.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer