Abortus
Bij zijn aantreden als premier heeft Balkenende beloofd deze kabinetsperiode werk te maken van een evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap (WAZ), waarin abortus onder bepaalde condities is toegestaan.
Maandag, 21 jaar na de invoering van de WAZ, verscheen het evaluatierapport. Balkenende heeft woord gehouden. Feit is wel dat er veel minder ingrijpende wetten zijn waarvan de evaluatie sneller op tafel ligt.Was het onwil om de feiten onder ogen te zien? Of vonden vorige kabinetten de abortusproblematiek te onbelangrijk om een onderzoek naar de uitvoeringspraktijk in te stellen?
Dat laatste zou wel eens het geval kunnen zijn. Zodra in de achterliggende jaren vanuit de pro-lifebeweging de vinger bij overtredingen van de condities van de WAZ werd gelegd, haastten verantwoordelijke politici zich om deze kritiek te pareren.
De uitkomsten van de nu beschikbare evaluatie bevestigen de zorg die al langer leefde bij de tegenstanders van abortus. De meerderheid van de abortusartsen wijst vrouwen die hun zwangerschap willen laten beëindigen niet op alternatieven. Ook de mogelijke twijfels die vrouwen hebben bij het weghalen van het kind worden veelal niet onderkend of besproken. Terwijl een op de vier vrouwen die aarzelingen wel heeft.
Schokkend is dat de wettelijk voorgeschreven periode van vijf dagen bedenktijd bij met name de abortusklinieken met voeten wordt getreden.
Een op de tien vrouwen die bij zo’n instelling aankloppen, wordt nog op dezelfde dag ’geholpen’. Bij 38 procent van deze groep wordt het abortusverzoek voor het verstrijken van de wettelijk aangegeven bezinningsperiode ingewilligd.
Inmiddels doen abortusartsen en gynaecologen hun best om de vijfdagentermijn geschrapt te krijgen. En het lijkt er op dat een Kamermeerderheid dat voorstel overneemt.
Zoals vaker in ons land gebeurt, wordt gegroeide praktijk gelegaliseerd. Dat is een schrijnend gevolg van de situatie die onze samenleving bewust heeft gezocht: onze wetten zijn niet gebonden aan algemene, absolute waarden, maar ze zijn de weerslag van het verlangen van de meerderheid van het volk.
Daarbij speelt ook de visie op de waarde van het menselijk leven een belangrijke rol. Voorstanders van abortus suggereren dat een foetus de eerste maanden niet als menselijk leven gezien kan worden. Aborteurs spreken daarom over het weghalen van een propje slijm of van een stukje weefsel. Dat is een bewuste keuze.
Het fundament voor deze denkwijze is eind 19e eeuw gelegd door de Duitse natuurwetenschapper Ernst Häckel. Deze aanhanger van de evolutietheorie poneerde dat de ontwikkeling van het leven in de moederschoot een aantal (dierlijke) fasen doorloopt, die parallel zijn aan de ontwikkeling van het menselijk leven op aarde.
Dat atheïstisch denken heeft de samenleving zodanig beïnvloed dat velen vandaag de dag zelfs werkelijk niet meer beseffen dat met een abortus menselijk leven wordt vermoord. Daarmee zijn we terug bij de heidense samenleving in de oudheid waarin het afdrijven van zwangerschap geaccepteerde praktijk was. De christelijke kerk heeft op de synode van Elvira (306) abortus ook uitdrukkelijk een heidense zonde genoemd.
Deze uitspraak is bepalend geweest voor het gekerstende Europa; tot in de twintigste eeuw, de tijd waarin medische wetenschap een geweldige vlucht nam. Het is schrijnend dat juist in die tijd de abortuspraktijk een hoge vlucht neemt en gelegaliseerd wordt.
De abortusbeweging wil nu nog een slag maken: de laatste rem van vijf dagen bedenktijd moet verdwijnen. Dan is de neergang naar het banale heidendom compleet. Ronduit verbijsterend.