Terry Waite: Terrorisme bij de bron aanpakken
CAIRO - Terry Waite, de Brit die van januari 1987 tot september 1991 door de Hezbollah in Libanon werd gegijzeld, heeft tijdens een bezoek aan Caïro de terroristische aanslag van vorige week in Jordanië veroordeeld, maar verweet de internationale gemeenschap dat die niet bereid is de voedingsbodem voor het ontstaan van terrorisme aan te pakken.
De voormalige vertegenwoordiger van de anglicaanse aartsbisschop wist tot 1987 met succes vele gijzelaars door onderhandelingen vrij te krijgen. Waite onderhandelde na de staatsgreep in Iran (1979) met de nieuwe islamitische machthebbers, met de Libische kolonel Gadaffi en met gijzelnemers in Libanon. Terrorisme is het gebruik van geweld, waaronder vrijheidsberoving van burgers, om politieke doeleinden te bereiken, maar daar kon tot in de jaren ’80 vaak nog met de daders over worden gesproken.Waite zocht daarom altijd persoonlijk contact met gijzelnemers. Hij weigerde echter geld of andere dingen toe te zeggen in ruil voor vrijlating omdat hij ervan overtuigd was dat dit juist meer gijzelingen in de hand zou werken. Waite zorgde er wél voor dat vrijlating zonder gezichtsverlies van de daders gebeurde, omdat dit ontzettend belangrijk is in een samenleving waar eer en schande hoog worden opgenomen.
In 1987 werd Waite zelf gegijzeld nadat Amerikaanse autoriteiten hadden geprobeerd gijzelaars met wapens en geld voor Iran te bevrijden en in ruil daarvoor Iran vroegen de Hezbollah in Libanon onder druk te zetten om gijzelaars vrij te laten. Daardoor werd ten onrechte de indruk gewekt dat Waite bij deze handel betrokken was en dat betekende voor hem eenzame opsluiting gedurende ruim vier jaar en in ellendige omstandigheden.
Terry Waite zegt nu dat zijn methode van onderhandelen door middel van direct contact met de gijzelnemers maandag de dag niet meer mogelijk is. „Amerikanen en andere westerse mogendheden hebben het terrorisme met geweld bestreden waardoor een andere vorm van terrorisme is ontstaan die veel gewelddadiger is. Daardoor is vaak geen gesprek meer mogelijk.”
Voor Waite heeft terrorisme direct te maken met onrecht in de wereld. „Door de Palestijnse gebieden wordt een muur opgetrokken tussen Israëliërs en Palestijnen. Aan de ene kant van de muur leven Israëliërs in redelijke welvaart terwijl Palestijnen aan de andere kant in uiterst slechte omstandigheden leven.” Waite wil niet zeggen dat terrorisme niet moet worden bestreden, maar dat de antwoorden die nu gegeven worden, juist de voedingsbodem van het terrorisme verbeteren. In Irak zijn burgers die niets met de Iraakse ex-dictator Saddam Hussein te maken hadden door Amerikaanse bommen omgekomen. Geweld lokt geweld uit en voorkomt dit beslist niet.”
Terry Waite zegt dat veel politici weinig of geen rekening houden met omstandigheden waaronder terroristen kunnen worden geworven. „Welke jonge man of vrouw is nu bereid zijn eigen lichaam op te blazen temidden van een groep mensen die hem of haar niets gedaan heeft? Dat is alleen mogelijk als dit mensen zijn die alle hoop op een menswaardig bestaan verloren hebben en daardoor in handen van gewetenloze ideologen zijn gevallen.”
Westerse landen zijn mede schuldig aan deze heilloze spiraal die tot meer terrorisme leidt. „Het Israëlische optreden tegen Palestijnen en de Amerikaanse bezetting van Irak lokt tegengeweld uit. Mensen worden gemarteld om hen tot praten te dwingen. Dat zijn barbaarse methoden en als mensen gaan praten om aan hun marteling te ontkomen, is het verre van zeker dat ze dan ook de waarheid hebben gesproken. Westerse landen deinzen er niet voor terug om gevangenen aan andere landen uit te leveren om ze daar aan een gewelddadig verhoor te onderwerpen. Wat verwachten westerse landen dat deze mensen gaan doen zodra ze eenmaal vrij komen?”
„Ik ben ervan overtuigd dat het terroristische geweld enorm zal afnemen wanneer het Israëlisch-Palestijnse conflict zonder verder geweld kan worden opgelost en de Amerikanen Irak verlaten. Ik ben geen pacifist maar het gebruik van geweld moet een laatste toevlucht zijn en moet zoveel mogelijk worden beperkt.”
Waite zegt denigrerende antireligieuze en anti-islamitische uitspraken te verwerpen, maar vindt tegelijkertijd dat westerse landen dit niet zelf mogen verbieden omdat dit een begin zou kunnen zijn de vrijheid van meningsuiting in te perken. „Ook christenen zijn vaak in hun geloofsovertuigingen gegriefd. Moslims moeten andere wegen zoeken om hun ongenoegen bekend te maken, ze moeten aan niet-moslims duidelijk maken dat bepaalde uitspraken hen pijn doen en ze moeten zich realiseren dat een antwoord met geweld hen niet helpt.”
Dr. Mike Reimer, docent Geschiedenis aan de Amerikaanse Universiteit in Caïro, reageerde dat westerse christenen gehard zijn na twee eeuwen van aanvallen op hun geloof. Veel meer dan moslims die zich in hun diepste overtuiging geraakt voelen, maar niet weten hoe daar mee om te gaan. Daarnaast geven westerse landen moslims ook niet veel ruimte om zich tegen extreme provocateurs -zeg maar het type Theo van Gogh- te weren. Zo zijn er bijvoorbeeld bijna geen mogelijkheden provocateurs voor de rechter te brengen. In zo’n situatie zijn er altijd wel radicale moslims te vinden die bereid zijn geweld te gebruiken.