Engelse scholen tussen kwetsbaarheid en vrijheid
NEWCASTLE/WITNEY - Van alle scholen op de Engelse onderwijsbegroting is 30 procent christelijk. De meeste orthodox-protestantse scholen zitten echter in de particuliere sector. Het is kiezen voor „kwetsbaarheid” of „heerlijke vrijheid.”

Ondanks het hoge hek voelt de buurt zich welkom in St. Paul’s Primary School in Newcastle. In de hal wachten vaders en moeders al babbelend op de kinderen. In het kantoor zitten directeur Judith Sword en ds. George Curry, de voorzitter van de school die uitgaat van de (anglicaanse) Kerk van Engeland.De school was bij de oprichting in 1862 bedoeld om kinderen uit de arbeiderswijk Elswick met het Evangelie bekend te maken. Dat doel is niet veranderd, zegt ds. Curry. „De kern van een christelijke school is dat het onderwijs dienstbaar is aan de eer van God. Maar vandaag de dag brengen de meeste kerkscholen een christendom van horizontale deugden. Met onze evangelicale (bijbelgetrouwe, EvV) identiteit zijn wij vrij uniek.”
Hoewel St. Paul’s een kerkschool is, biedt de kerk weinig steun. „In alle strijd was de Kerk van Engeland juist altijd onze grootste vijand”, zegt directeur Sword.
Volgens ds. Curry is de staatsbekostiging voor de school daarom kwetsbaar. „We zijn voorzichtig in het uitdragen van ons standpunt. Vanuit Europa groeit het seculier humanisme. Zonder Gods opwekkende Geest redden we het niet.”
Nog steeds trekt de school vooral kinderen uit de verpauperde wijk. „De meerderheid van de kinderen is niet christelijk. Als er weinig plaats is, kijken we eerst of kinderen broertjes of zusjes op school hebben.”
Twee derde van de 266 leerlingen is van buitenlandse afkomst, meestal moslim. Kasib is een van hen. Thuis spreken ze Urdu, een taal uit Pakistan. Zijn moeder zegt dat hij goed moet luisteren naar de Bijbellessen. „De helft is hetzelfde als in de islam. Thuis spreken we over de profeet Isa, hier over de Heere Jezus. Als de juffrouw zegt dat de profeet aan het kruis is gestorven, kies ik voor de islam”, weet de 10-jarige.
St. Paul’s volgt het staatsprogramma, maar met aanpassingen, vertelt Sword. De school leert bijvoorbeeld dat de aarde in zes dagen is geschapen. „In de hogere klassen bereiden we de kinderen voor op het vervolgonderwijs, waarin de evolutietheorie als feit geldt. Ook doen we niet mee aan de openlijke seksuele voorlichting waarmee onze regering tienerzwangerschappen wil bestrijden. Maar in de hogere klassen bereiden we de kinderen natuurlijk wel voor op de puberteit.”
Elswick scoort hoog in de armoedestatistieken. „De meeste kinderen komen uit eenoudergezinnen”, vertelt Sword. „Er zijn hier bijvoorbeeld twee leerlingen met dezelfde vader, maar met een andere moeder.”
De kinderen missen thuis letterlijk een gespreid bedje. „Ze zijn getuige van geweld of alcoholmisbruik. Naar bed sturen is er niet bij, wat uitloopt op oververmoeidheid. ’s Ochtends komen de kinderen zelf uit bed en gaan met een lege maag naar school, met het straatvuil nog op hun gezicht. Dit is geen armoede, maar verwaarlozing”, zucht Sword. „Allochtone gezinnen zijn vaak een voorbeeld.”
Klei
Ruim 400 kilometer ten zuiden van Newcastle ligt Witney. Twintig jaar geleden startten de charismatische Oxford Community Churches (OCC) hier de King’s School, een van de tientallen christelijke scholen die niet door de staat worden bekostigd.
Directeur Julia Morgan toont de klassen. De kinderen in uniform gebruiken een rekenboek dat is gebaseerd op de ”Christenreis” van Bunyan. Een andere groep evalueert een driedaagse excursie. „We proberen hen bewust de gemeenschap in te krijgen.”
Het „leren volgen van Jezus” is het doel van de school, legt Morgan uit. „Op jonge leeftijd kan informatie over andere godsdiensten hen daarin hinderen. Een jonge plant houd je eerst onder het glas en plaats je daarna in het open veld.”
De oprichters wilden aanvankelijk een school voor de eigen kerken. „Uiteindelijk is besloten alle kinderen toe te laten. Dat biedt enorme gelegenheden. Eens kwam zelfs een heel gezin tot bekering.”
De school gaat er niet van uit dat alle kinderen uit christelijke gezinnen wedergeboren zijn. „Net als klei zijn leerlingen nog gemakkelijk te kneden. We brengen het Evangelie, maar dwingen niet het aan te nemen.”
De eerste jaren ontmoette de school grote tegenstand. Nu komen er dagelijks ruim 100 leerlingen naar de King’s School, van wie er 80 tot de OCC-huisgemeenten behoren.
Een particuliere school is niet goedkoop. Het eerste kind kost maandelijks ten minste 200 pond (ruim 290 euro). De OCC-kerken zorgen jaarlijks voor 50.000 pond (ruim 70.000 euro) voor ouders die het lesgeld niet kunnen opbrengen. Morgan: „Er zijn verhalen van ouders die het niet kunnen betalen, maar voor wie toch in het geld wordt voorzien. Het is een geloofszaak.”
Ouders die wekelijks een halve dag aan de school besteden, krijgen 80 pond (120 euro) korting. „Ouders zijn altijd welkom op school en dragen bij aan het familiegevoel.”
Als de school bereid is tot aanpassingen, kan ze subsidie krijgen. „Daarover is veel vergaderd en gebeden. Totdat God zei: „Niet doen.” De laatste jaren komt er meer openheid voor religieuze scholen. Misschien dat dit tot bekostiging leidt. Maar we missen dan die heerlijke vrijheid.”
In de keuken helpt moeder Jenkins een groep kinderen hun eigen lunch te bereiden. In groepjes van vier verwerken de kinderen broodjes, vers fruit en zelfgeperst vruchtensap. Sarah smeert een bolletje. Haar moeder deed voorheen aan thuisonderricht (”home schooling”). „Dat vond ik leuker, want ik had minder lessen. Het enige wat ik deed was rekenen.”
Dit is de vierde aflevering in een serie over de wettelijke positie van christelijk onderwijs in Europa.