Miljoenen tekort voor hulp aan Pakistan
GENEVE (AP) - Er is voor de maand november een tekort van bijna 36 miljoen euro voor hulp aan de slachtoffers van de aardbeving in het Pakistaanse gedeelte van Kasjmir. Het bureau van de Verenigde Naties dat de hulp coördineert, OCHA, heeft dit maandag bekendgemaakt.
Het bureau waarschuwt dat het dodencijfer van de beving, dat nu op ongeveer 80.000 staat, dramatisch kan stijgen zodra de winter in het hooggelegen berggebied invalt. „Als we nu niet agressief interveniëren, zullen veel mensenlevens verloren gaan”, waarschuwde de Pakistaanse ambassadeur bij OCHA in Genève, Masood Khan. OCHA stelt dat ongeveer 200.000 mensen in de hooggelegen valleien en boven de sneeuwgrens hulp nodig hebben. Gehoopt wordt ongeveer 150.000 personen te kunnen opvangen in kampen. De financiële steun is voornamelijk nodig voor tenten, voedsel en herstelwerkzaamheden.Ongeveer 100.000 slachtoffers hebben in het geheel nog geen hulp ontvangen, aldus het Wereldvoedselprogramma (WFP). De Britse hulporganisatie Oxfam waarschuwde dat niet alleen mensen in afgelegen gebieden risico lopen, maar ook degenen die worden opgevangen in kampen. „Tenzij de omstandigheden in de kampen worden verbeterd, zullen ziekten als cholera zich verspreiden als een lopend vuurtje”, zei Oxfam-coördinator Jane Cocking.
OCHA-hoofd Jan Egeland riep vorige maand de internationale gemeenschap op 457 miljoen euro voor de slachtoffers beschikbaar te stellen. Van die streefsom is tot nu toe 71 miljoen ontvangen en 41,2 miljoen toegezegd.
Om lopende operaties te kunnen bekostigen hebben de hulporganisaties 25,6 miljoen euro moeten onttrekken aan reserves of moeten lenen. De organisaties klagen dat de financiële hulp veel geringer is dan na de tsunami van vorig jaar.
De aardbeving, die een momentmagnitude had van 7,6, heeft 3,3 miljoen mensen dakloos gemaakt.