Vreemde ode aan een vrome monnik
(LEEUWARDEN - Waaruit weet men, zo begint Abraham Hellenbroek zijn bekende catechisatieboekje, dat er een God is? Antwoord: Uit de natuur en uit de Heilige Schrift. Iets van die waarheid moet ook Franciscus van Assisi hebben gekend. Franciscus was een theologische leek, maar hij had, zei hij, aan twee boeken genoeg: het Woord en de natuur. In het Fries Museum in Leeuwarden is over deze middeleeuwse mysticus een ronduit vreemde expositie te zien.
Franciscus. Hij had aan het Woord en aan de natuur genoeg. Men mag het een rare legende noemen, of een paapse fabel, feit blijft dat de man voor altijd in de geschiedenisboeken genoteerd blijft als de kleine, vrome zwerver die in zijn ruige, donkerbruine pij preekte voor duiven, raven en mussen. Die vogelpreek is bewaard gebleven dankzij zijn eerste biograaf Thomas van Celano: „Mijn gevleugelde broeders, jullie moeten de Schepper van harte loven en altijd liefhebben. Hij gaf jullie veren om aan te trekken, vleugels om mee te vliegen, en alles wat jullie nodig hebben. God maakte jullie tot edelen onder de schepselen en verschafte jullie een woonplaats in de puurheid van de lucht; en terwijl jullie zaaien noch maaien, zorgt Hij voor jullie en leidt Hij jullie en hoeven jullie je nergens om te bekommeren.”
Franciscus van Assisi voelde zich zeer door de schepping geraakt. De zon, de maan, de wind die over de vlakte jaagt, het kabbelende water en wuivende bomen zijn voor hem broeders en zusters die mét hem de drie-enige God moeten prijzen: Alles wat adem heeft, love de Heere.
Het is ronduit in de monnik Franciscus te prijzen dat hij de natuur beschouwde als „een spiegel Gods.” Van belang is daarbij nog wel dat kennis van God uit de natuur wel groot is, maar niet zalig kan maken. Vraag het Hellenbroek waarom niet! „Omdat men er Christus niet uit kennen kan.”
(
Brein achter de expositie in het Fries Museum is schrijver en dichter Kees ’t Hart. Getuige zijn oeuvre heeft ’t Hart nooit iets opgehad met vroomheid of met godsdienst; toch noemt hij Franciscus een bron van inspiratie. Hij beschouwt de heilige van Assisi als een voorbeeldig kunstenaar die alle artistieke middelen van zijn tijd aanwendde om zijn doel te bereiken: vogels bekeren tot het christendom en mensen bekeren tot een radicale vorm van geloof: „Hij danste, hij zong, hij bespeelde (nep)instrumenten, hij voerde theaterstukjes op, hij bouwde letterlijk kerken, hij maakte sneeuwpoppen en schreef gedichten. Kortom, hij was een geweldige, inventieve en spontane kunstenaar. Dat begon langzamerhand bij mij te dagen.”
’t Hart heeft twintig kunstenaars, dichters, theatermakers en ontwerpers in Leeuwarden aan het werk gezet om het leven van deze door paus Gregorius IX heilig verklaarde monnik handen en voeten te geven. Het resultaat is een beperkte, soms ook zeer ondoorgrondelijke „franciscaanse tentoonstelling voor moderne kunst” geworden, die meer zegt over de denkwereld van ’t Hart dan over het leven en het werk van Franciscus. Deze controversiële expositie heeft nauwelijks elementen die rechtstreeks verwijzen naar Franciscus van Assisi.
De kunstenaar heeft echt nieuwe dingen willen doen. Welaan! Dat is hem gelukt! De monnik uit Assisi verschafte de kunstenaars inspiratie voor een banale en soms zelfs aanstootgevende en museumonwaardige uitstalling van schilderijen, tekeningen, beelden en gedichten, waarbij Kees ’t Hart het als een geluk beschouwde dat hij plotseling „geen gelovige behoefde te worden of een bidplaatjesheilige.” Deze ongegeneerdheid is in elk geval goed om te weten voor wie het nog in z’n hoofd haalt naar Leeuwarden af te reizen. ’k Zou het niet doen.
(
In het jaar 1181 wordt in het Noord-Italiaanse stadje een kind geboren. Hij krijgt de naam Franciscus. Zijn vader is een rijke lakenkoopman en Franciscus zal hem op gaan volgen. Hij zal edelman worden.
De jongen blijkt in zijn jeugdjaren bepaald geen lieverdje te zijn. Hele nachten trekt hij met zijn kameraden tierend en lallend door de stad. Hele dagen verboemelt hij. Hij leidt een uitgesproken werelds leven, totdat allerhande tegenslagen, waaronder een ernstige ziekte, hem tot inkeer brengen. Vanaf dat moment helpt hij armen en melaatsen en restaureert hij vervallen kerken en kapellen, onder andere de Santa Maria ab Angelis te Assisi.
In deze kapel hoort hij, volgens de overlevering, op 24 februari 1208 de woorden uit Matthéüs 10:7-10 (de uitzending zonder buidel en zonder male) en geeft daaraan prompt gehoor. De schoenen gaan van zijn voeten, zijn stok gaat aan de kant en gekleed in een oude, sleetse pij trekt Franciscus predikend en bedelend door stad en land. Hij leefde voor de armen en vrede was zijn doel.
Niet-aflatend roept hij op tot boete, berouw en wederkeer. Zelfs zou hij in 1219 naar Egypte zijn gereisd om sultan Al Kamil tot bekering te brengen, maar dit vergeefs.
Zelf vergeleek Franciscus zijn prediking met de wolken, die zowel felle bliksemstralen als de milde voorjaarsregen op de aarde zenden. „Maar het laatste woord was altijd aan de liefde. Uit de donkere nacht van het oordeel brak steeds de dageraad van genade door. Jezus’ liefde was hem daarvoor borg en bewijs. Hem te lieven en te loven was de enige passie van zijn ziel geworden”, schrijft dr. A. D. R. Polman in ”Geschiedenis der kerk”. „Hij wilde Jezus’ voetstappen volgen.”
Franciscus stierf op 4 oktober 1226 en werd begraven in de crypte van de basiliek van Santa Francesco in Assisi. Deze kerk is sindsdien beschouwd als de moederkerk van de orde der franciscanen. Deze monniken trokken, net als hun grote voorbeeld, prekend en bedelend langs steden en dorpen, voorbijgaand aan de oude kloosterregel die een levenslang verblijf in het klooster voorschreef. Franciscanen kenden een strenge zelftucht die soms uitliep op zelfkastijding. Velen van hen sliepen tussen ijzeren punten, wezen alle gekookte spijzen af en dienden zichzelf op gezette tijden geselslagen toe.
De Broederschap van de Franciscanen heeft op dit moment wereldwijd 2300 kloosters in bezit en kent 25.000 ingeschreven leden.
De tentoonstelling ”Franciscus; Kunstenaars brengen een ode” in het Fries Museum te Leeuwarden loopt tot 25 augustus.