Religie: alleen als ze bijdraagt aan tolerantie
De toekomst van de religies bestaat in de mate waarin ze bijdragen aan de menselijke autonomie, tolerantie en mensenrechten, stelt Johannes A. van der Ven . Er is alleen toekomst voor religies die hun claim op absoluutheid laten varen, meent hij.
Allerwegen hoort men het beweren en men komt het zelfs in speculatieve wetenschappelijke literatuur tegen: de religie is terug van weggeweest. Zo zou er sprake zijn van de opleving van nieuwe religieuze bewegingen, nieuwe vormen van spiritualiteit, nieuwe geestelijke stromingen die allemaal de ingeboren behoefte naar het hogere, het uiteindelijke, het ultieme, zouden bevredigen en de ingeboren honger naar zin, vervulling en voltooiing zouden stillen. Dit zou vooral onder jongeren het geval zijn. De kerken zingen in dit koor hun eigen melodie: vooral onder jongeren, zo wordt gezegd, is de dorst naar zin en heelwording door de God en vader van Jezus, de Christus, opnieuw aanwezig. Zij smachten ernaar dat deze gelest wordt.Roeping Gods
Wat bedoelt men dan wanneer men zegt dat de religie aan het terugkeren is? Ik weet niet zeker wat men er allemaal mee op het oog heeft, maar zeker is wel dat religie weer terug is op de maatschappelijke en politieke agenda. In die zin is de religie teruggekeerd: ze is wederom een issue geworden in het maatschappelijk en politiek debat, zowel nationaal als internationaal.
Ik verwijs hier slechts naar het multireligieuze drama in Nederland met de moord op Van Gogh als afschrikwekkend hoogtepunt. Ik verwijs ook naar de speciale roeping Gods waarvan de Amerikaanse president Bush getuigt ten aanzien van zijn acties in het Midden-Oosten. Zijn opstelling in het Israël/Palestina-conflict, de bestrijding van de milities in Afghanistan en vooral de oorlog die hij voert in Irak komen voort, zo is uitgelekt, uit de roeping die hij van God zegt te hebben ontvangen om vrede in het Midden-Oosten te brengen.
Ja, de religie is inderdaad teruggekeerd als voorwerp van conflict, gewelddadigheid, schending van de mensenrechten en oorlog - een oorlog tussen christendom en islam, tolerantie en fundamentalisme, democratie en theocratie.
Uitdaging
Naarmate de religie steeds vaker vanwege haar conflictogeen karakter op de publieke agenda wordt geplaatst, zal de roep om een verdergaande scheiding van kerk en staat toenemen. Paradoxaal uitgedrukt: hoe frequenter haar terugkeer, des te sterker de roep om haar vertrek.
Als deze paradox klopt, wordt het nog urgenter na te denken over een maatschappelijk en politiek passende reïntegratie van de religie in de moderne samenleving. Daarbij is het duidelijk dat het een taai en moeilijk proces zal zijn, zowel omdat de maatschappij de nodige scepsis vertoont, alsook omdat de religies er allesbehalve gereed voor zijn.
Daarbij moet ervoor worden gewaakt dat de religie niet poogt in de maatschappij te reïntegreren op een wijze die reminiscenties oproept aan haar positie in de premoderne maatschappij. Het gaat om een reïntegratie in de moderne maatschappij. Of zo’n proces lukt, is niet zeker. Dat het moeilijk zal zijn, is wel zeker. De enige adequate manier om zich ermee te engageren is het te zien als een uitdaging.
Tolerantie
Maar dit vraagt van de religies een soort cultuuromslag, ook van de christelijke religie. Daarbij is het belangrijk dat christenen zich afvragen wat de universele en absolute waarde die men aan het geloof toekent, betekent, wat die nog betekent, wat die nog kan betekenen. En vooral wat die nog mag betekenen. Zou het niet juister zijn de claim op de universaliteit en absoluutheid van de christelijke religie te laten varen?
Waarom? Omdat deze claims een gevaar opleveren voor de dialoog met de andere religies. Dat is alleen al het geval wanneer men bedenkt dat ook die andere religies zich van deze prerogatieven zouden kunnen bedienen, en wellicht de facto bedienen. Kan er meer dan één universele en absolute religie zijn? Of kunnen daar twee of meer van zijn? Wie de vraag zo stelt, ziet er de logische onmogelijkheid meteen van in. Men kan zich in gemoede afvragen of de intentie ervan niet reeds voldoende wordt uitgedrukt in de uniciteit van de christelijke religie, zoals ook de andere religies hún uniciteit met zich meedragen
De toekomst van de religie en de religie van de toekomst bestaan dan ook in de mate waarin ze bijdragen aan de relatie van de mens tot zichzelf als een autonoom ”ik’; de mate waarin ze bijdragen aan tolerantie jegens de vertegenwoordigers van de andere religie als een te respecteren ”jij” of ”jullie”; en ten slotte de mate waarin ze bijdragen aan de toepassing van de mensenrechten jegens de anonieme ander, als een ”hij” of ”zij” die een menswaardige bestaan verdient, dichtbij en ver weg.
De auteur is hoogleraar vergelijkende empirische theologie. Dit artikel is een ingekorte versie van een lezing die hij gisteravond hield voor het Soeterbeeckprogramma van de Radboud Universiteit Nijmegen.