Buitenland

Stembusuitslag in Tsjechië kan nog verrassen

In Tsjechië hebben vrijdag en zaterdag verkiezingen plaats. De strijd om de meerderheid in het parlement gaat tussen de regerende sociaal-democraten (CSSD) van scheidend premier Milos Zeman en de rechts-liberale Burgerpartij (ODS) van voormalig minister-president Vaclav Klaus. Over de vraag wie de strijd gaat winnen, valt weinig met zekerheid te zeggen.

13 June 2002 08:17Gewijzigd op 13 November 2020 23:37
Vrijdag en zaterdag worden verkiezingen gehouden in Tsjechië. Wie er gaat winnen is niet duidelijk.
Vrijdag en zaterdag worden verkiezingen gehouden in Tsjechië. Wie er gaat winnen is niet duidelijk.

Aan de parlementsverkiezingen in Tsjechië doen in totaal 29 partijen mee, een record in de korte geschiedenis van het land dat zich in 1993 ontdeed van Slowakije. Van deze 29 deelnemers, maken er slechts vijf een reële kans om in het parlement te komen. Behalve de CSSD en de ODS zijn dat de centrumrechtse Coalitie van christen-democraten (KDU/CSL), de liberale Vrijheidunie (US/DEU), en de Communistische Partij van Bohemen en Moravië (KSCM). Partijen zoals de Poëtische Partij van Balbin -die haar hoofdkwartier in Praagse kroegen heeft- en de extreem rechtse Republikeinen (RMS) van Miroslav Sladek maken nauwelijks kans om in het parlement te komen.

„De rechts-extremisten zijn intern zodanig verdeeld dat ze nauwelijks aanhang hebben zoals elders in Europa”, zegt Prokop Zavodsky, statisticus aan de economische faculteit van de universiteit van Praag. „Zouden ze een sterke, charismatische leider hebben, dan maakten ze een goede kans om met een kleine 10 procent van de stemmen in het parlement te komen.”

Een van de kandidaten om de grootste partij te worden is de ODS. De conservatieve partij drijft voor een groot deel op het succes van haar leider, Vaclav Klaus. Volgens veel Tsjechen is Klaus een van de weinige natuurlijke leiders in Tsjechië sinds de ”fluwelen revolutie” van 1989. Kenners zeggen dat hij het vermogen bezit om het ene moment een staatsman te zijn en het andere moment een volksmenner, die zijn gehoor perfect weet te bespelen.

Klaus richtte de ODS op in 1991 en is sindsdien de voorzitter van de partij. In 1992 werd hij premier van -toen nog- Tsjechoslowakije. Onder zijn leiding vormde hij Tsjechië om naar een democratie met een vrijemarkteconomie.

In 1997 kwam de regering-Klaus ten val, nadat zijn partij in opspraak was geraakt in verband met een schandaal rond illegale partijfinanciering. Toen enkele prominente ODS-leden opstapten -die later de Vrijheidsunie oprichtten- leek de partij ten dode opgeschreven. Klaus slaagde er echter in de partij nieuw leven in te blazen, en bij de verkiezingen van 1998 kreeg Klaus slechts 4 procent stemmen minder dan de winnende CSSD van Zeman.

Ondanks de verkiezingsnederlaag deed Klaus goede zaken. Doordat de CSSD geen absolute meerderheid wist te verwerven en niet in staat bleek een regeringscoalitie te vormen met een van de andere partijen, deed Klaus Zeman een aanbod: in ruil voor politieke concessies zou de ODS de minderheidsregering van Zeman gedogen. Hoewel veel kiezers aanvankelijk moeite hadden met dit ”oppositieakkoord” is de tegenstand de afgelopen vier jaar langzaam weggeëbd, mede als gevolg van de economische groei in Tsjechië en de daarmee gestegen lonen en levensstandaard.

Klaus zou dit weekend wel eens de vruchten kunnen gaan plukken van de ondertekening van het oppositieakkoord. De kandidaat-premier eist namelijk de successen van de afgelopen vier jaar voor zichzelf op, terwijl hij de mislukkingen toeschrijft aan de CSSD.

In het partijprogramma van de ODS is sinds 1991 weinig veranderd. De partij, die zich laat inspireren door het nieuwe conservatisme van Margaret Thatcher en Ronald Reagan, vormt een platform gebaseerd op de principes van de vrijemarkteconomie: zo min mogelijk bemoeizucht van de overheid, een slank regeringsapparaat en verdediging van de nationale belangen.

De andere kandidaat voor de verkiezingsoverwinning is de CSSD van zittend premier Milos Zeman. Hem zien de Tsjechen na dit weekend niet meer terug. In een eerder stadium gaf de premier aan het na deze ambtstermijn voor gezien te houden en met pensioen te gaan.

Voor liefhebbers van een politicus zoals bijvoorbeeld Pim Fortuyn betekent het vertrek van Zeman een verlies. De premier stond bekend om zijn onverbloemde uitspraken. Zo noemde hij begin dit jaar de Sudetenduitsers -de Duitsers in Tsjechoslowakije die na de Tweede Wereldoorlog massaal het land werden uitgezet- de „vijfde colonne van Hitler.” Daarnaast haalde de kettingroker en groot liefhebber van Becherovka (een Tsjechische likeur) zich de woede van de internationale gemeenschap op de hals door Arafat te vergelijken met Hitler en de Israëlische regering te adviseren de Palestijnen dezelfde behandeling te geven als de Sudetenduitsers.

Zemans opvolger en kandidaat-premier is Vladimir Spidla. De man is in alle opzichten een tegenpool van de vertrekkende minister-president. Spidla is een enigszins kleurloos figuur: degelijk, maar droog en saai. Hij rookt en drinkt niet, en in zijn vrije tijd is hij hardloper. Hij wordt wel vergeleken met de voormalige Franse premier Lionel Jospin. Het is voor hem te hopen dat die vergelijking politiek niet zal opgaan.

„Spidla is meer links georiënteerd dan Zeman, die veel pragmatischer was. Bovendien heeft hij nog schone handen, terwijl de huidige premier er alleen maar zat om zichzelf en zijn vriendenkliek te handhaven”, aldus Zavodsky.

De CSSD maakt zich sterk voor een goed sociaal beleid en wil vooral meer aandacht voor het onderwijs, de gezondheidszorg en arbeidsomstandigheden. Verder wijst Spidla op de behaalde successen van de afgelopen jaren. De economie groeide in 2000 met 2,9 procent en vorig jaar met nog eens 3,6 procent, een groei waarmee Tsjechië de meeste landen in Europa overtreft. Ook wijst Spidla op de corruptie bij zijn grote tegenstander.

Wie de verkiezingen gaat winnen, is hoogst onzeker. Duidelijk is wel dat de ODS noch de CSSD een absolute meerderheid zal behalen. Beide partijen schommelen -afhankelijk van de verschillende onderzoeksinstituten- tussen de 20 en de 30 procent. Vorige week had de ODS nog een kleine voorsprong op de CSSD, maar volgens de laatste peilingen hebben de sociaal-democraten die achterstand inmiddels omgezet in een kleine voorsprong.

„De verschillen zijn minimaal”, meent de statisticus Zavodsky, „kleiner dan de foutenmarge die de opiniepeilers hanteren.” De opiniepeilers zijn het onderling overigens ook niet met elkaar eens. Van de drie onderzoeksinstituten meent er één dat de ODS nog steeds een kleine voorsprong heeft op de CSSD. Het woord is vrijdag en zaterdag aan de kiezer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer