Reesink en Apeldoorn liggen al jaren in de clinch over de vestiging van het bedrijf op het Apeldoornse industrieterrein Ecofactorij. Over de kwestie werden al diverse rechtszaken gevoerd. Een enquêtecommissie van de gemeenteraad onderzoekt de zaak momenteel. Naar nu blijkt voerden Apeldoorn en Reesink ondertussen echter nog gesprekken om tot een vergelijk te komen. Dat zou Apeldoorn een schadeclaim van ettelijke miljoenen euro’s kunnen schelen.De kwestie kwam maandagavond aan het licht tijdens het verhoor van burgemeester G. J. de Graaf van Apeldoorn door de enquêtecommissie. Die vertelde daarin over de geheime onderhandelingen met Reesink en gaf zijn interpretatie over de houding van het bedrijf en haar directeur, B. J. ten Doeschate.

De houding van de burgemeester schoot Ten Doeschate, die thuis via internet de verhoren volgde, in het verkeerde keelgat. „Wij voeren gesprekken om tot een compromis te komen. Daarbij kan het niet zo zijn dat alleen wij water bij de wijn moeten doen. De gemeente blijft zwelgen in het vermeende onrecht dat haar is aangedaan. Terwijl het andersom is: zij hebben ons veel ellende aangedaan.”

Ten Doeschate zette maandag per direct een punt achter de gesprekken met Apeldoorn, die bijna anderhalf jaar in beslag namen. Reesink wacht nu een nog lopende rechtszaak over schadevergoeding af. Afhankelijk van het oordeel van de rechter kan dat betekenen dat Apeldoorn aan Reesink tussen de 15 en 30 miljoen euro moet betalen.