Uitleggen
Zo af en toe kom je in bepaalde discussies die uitdrukking tegen. Iemand zegt dan met een zeker aplomb: „dat kan ik aan mijn dochter niet uitleggen” of „dat kan ik aan een buitenkerkelijke niet uitleggen.”
Bijvoorbeeld als het gaat om de kerkelijke verdeeldheid in de gereformeerde gezindte of om het vrouwenstandpunt van de SGP. Nu kan het ongetwijfeld waar zijn dat men dat niet uit kan leggen. En het is altijd goed om je beperkingen te kennen.Het gekke is alleen dat men dat gegeven tevens beschouwt als bewijs dat het standpunt van de SGP niet deugt of de verdeeldheid onder wat zich gereformeerd noemt geen grond heeft. „Ik kan het niet meer uitleggen” betekent het einde van de discussie.
Of je iets met succes uit kan leggen, is afhankelijk van een aantal factoren. Bijvoorbeeld van je eigen kennis van de materie en je didactische bekwaamheden, maar ook van de basiskennis die de ander heeft. En als het gaat om het overbrengen van bepaalde standpunten is van doorslaggevende betekenis waar de ander staat. Wat zijn levenshouding is en zijn uitgangspunten zijn.
Jaren geleden was ik eens op het hoofdkantoor van Philips. Daar werden we rondgeleid door een aantal oud-stafleden. Een van de vele terreinen waarop het concern activiteiten ontplooide, was dat van de halfgeleiders. Ik kon mij daar niet zo veel bij voorstellen en vandaar dat ik de gelegenheid te baat nam om te vragen wat dat nu voor dingen waren.
Uit het (ongetwijfeld deskundige) antwoord van onze begeleider werd ik echter niet zo veel wijzer. Ook enige aanvullende vragen leverden weinig verduidelijking op. Hij kon het mij kennelijk niet uitleggen. Maar daarom bestonden die halfgeleiders natuurlijk wel! Het was destijds, geloof ik, juist een divisie van Philips die veel winst maakte.
Kennelijk schortte het aan mijn basiskennis natuurkunde en wellicht maakte onze begeleider de fout om bij zijn gast te veel dingen bekend te veronderstellen. Dat laatste is vaak ook een probleem wanneer wij in contact komen met buitenstaanders (hetzij kerkelijk of buitenkerkelijk) die vragen hebben over onze levenswijze en geloofsovertuiging.
Een jaar of tien geleden was ik eens op het ministerie van Buitenlandse Zaken met mensen uit de kring van (toen nog) RPF en GPV. Een VN-diplomaat verbaasde zich erover dat er in Nederland naast het grote CDA, dat toch ook christelijk was, nog drie kleine christelijke partijen bestonden.
De voorzitter van de bijeenkomst, oud-minister De Ruiter, zelf behorend tot de Gereformeerde Kerken, vond wellicht ook dat dat niet uit te leggen was en vroeg dat toen maar aan mij. Dat was inderdaad geen eenvoudige opgave. Wat wist deze zwarte Amerikaan van de Nederlandse kerkgeschiedenis en partijpolitieke ontwikkelingen? Waarschijnlijk niets.
Of het hem na mijn geïmproviseerde exposé een stuk duidelijker was geworden, liet hij overigens niet merken. Diplomaten laten nu eenmaal nooit het achterste van hun tong zien!
Voor een succesvolle uitleg moet de afstand niet al te groot zijn. Dat slaat niet alleen op het kennisniveau, maar ook op de levensoriëntatie van de gesprekspartner. Aan mensen voor wie volstrekte gelijkheid van man en vrouw een vanzelfsprekend uitgangspunt is en zelfs een basisprincipe van onze beschaving, is het inderdaad niet of nauwelijks uit te leggen dat wij geloven dat de Schepper van hemel en aarde in de verhouding van man en vrouw toch ook onderscheid gewild heeft. En voor wie het niet zo veel uitmaakt wat je gelooft en hoe je aan dat geloof gekomen bent, zijn allerlei verschillen tussen hen die zich gereformeerd noemen inderdaad moeilijk uit te leggen.
Uiteraard is daarbij ook onze overtuigingskracht in het geding. Interesseert de kwestie ons nog en hebben wij er ons ooit in verdiept, of zijn ook wij daar al ver vanaf gegroeid? In het laatste geval hoeft het ons niet te verbazen dat wij het dan niet meer aan buitenstaanders of aan de volgende generatie kunnen uitleggen.
Maar trek daaruit niet de conclusie dat die zaken dan ook geen reële betekenis meer hebben. Dat hangt er nu eenmaal niet vanaf of wij het nog kunnen (of willen) uitleggen.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het RD .