Binnenland

Geschoktheid en vraagtekens na dodelijke brand

SCHIPHOL (ANP) – De dodelijke brand in het cellencomplex op Schiphol donderdag in alle vroegte, waardoor elf illegalen omkwamen, heeft geleid tot geschokte reacties en veel vragen bij belangenorganisaties en de politiek. Minister Donner (Justitie) kon in de Tweede Kamer nog niet ingaan op de achtergronden. Hij heeft een breed onderzoek aangekondigd, naast de deelonderzoeken die er lopen van onder meer de technische recherche. De oorzaak van de brand is nog niet duidelijk. Sommige organisaties uitten kritiek, vooral op de bewaking.

28 October 2005 07:09Gewijzigd op 14 November 2020 03:06
SCHIPHOL - Luchtfoto van het uitgebrande cellencomplex op Schiphol, donderdagmiddag na de brand die het leven eiste van 11 gedetineerden. Onderzoekers, waaronder leden van de marechaussee en de politie, staan voor een verwoest deel van het complex. - Foto
SCHIPHOL - Luchtfoto van het uitgebrande cellencomplex op Schiphol, donderdagmiddag na de brand die het leven eiste van 11 gedetineerden. Onderzoekers, waaronder leden van de marechaussee en de politie, staan voor een verwoest deel van het complex. - Foto

In het complex waren op het moment van de brand 43 personen aanwezig. Vijftien mensen, hulpverleners en gedetineerden, raakten gewond. Een persoon ligt nog in een ziekenhuis en is er slecht aan toe. Elf mensen namen tijdens de brand debenen, van wie er zes in de loop van de dag opgepakt werden. De politie zoekt nog naar vijf voortvluchtigen, zo meldde Donner. De meeste ongedeerden zijn naar andere plekken in Nederland overgebracht.
Eerste prioriteit is volgens Donner de identificatie van de doden. Het Rampen Identificatie Team (RIT) van het Korps landelijke politiediensten heeft zes mensen daarvoor ingezet.
Donner zei donderdagavond in een spoeddebat dat „de verschrikkingen niet zijn voor te stellen”. Hij heeft alle justitiële inrichtingen waar mensen worden vastgehouden gevraagd een inventarisatie te maken van de veiligheidssituatie.

In de Kamer leefden veel vragen over de bewaking en of aan de veiligheidseisen was voldaan. Zo willen Kamerleden meer weten over de handmatige bediening van de celdeuren, waar destijds voor is gekozen. In het cellenblok waar de brand woedde, was volgens de laatste reguliere controles van de brandweer in september 2005 alles in orde. Dat maakte R. Wevers, plaatsvervangend commandant van de regionale brandweer Haarlemmermeer, donderdag bekend.

De PvdA, GroenLinks, SP en D66 vielen erover dat Donner tijdens zijn bezoek aan het complex had gezegd dat alles goed was verlopen. „Bij elf doden is er per definitie niet adequaat gehandeld”, zei D66–Kamerlid Van der Laan. Maar Donner zei dat hij geen eindoordeel heeft gegeven maar dat het een eerste indruk was. Zijn collega Verdonk (Vreemdelingenzaken) heeft het woord adequaat wel gebruikt maar dat was in een andere context, aldus Donner.

De vakbond Abvakabo meldde dat de tijdelijke cellen een hoger risico voor de veiligheid lopen dan normale gevangenissen. Dat komt omdat Justitie op deze cellen minder bewakers inzet. Deze cipiers zijn ook nog eens slechter opgeleid, zo liet bestuurder J. Dieten van Abvakabo weten. Volgens hem waren drie bewakers verantwoordelijk voor de bewaking van 43 gedetineerden. Ook anderen, onder wie een bewaker, hebben in Nova verklaard dat er altijd weinig bewakers zijn ’s avonds en ’s nachts.

Donner zei in de Kamer echter dat er negen bewakers waren, van wie twee van particuliere diensten en de anderen van Justitie. Zij hadden gemiddeld twee jaar ervaring en allen een basisopleiding gehad.

Ook de Europese Organisatie ter bescherming van de Rechtspositie van Gedetineerden (EORG) is kritisch. Na gesprekken met gedetineerden die aan de vuurzee ontsnapten, stelde de organisatie dat medewerkers van het complex onzorgvuldig te werk zijn gegaan en te laat actie ondernamen. „Ze zaten als ratten in de val”.
Een van de betrokkenen suggereerde dat de bewakers de ernst van brand hebben onderschat. Toen de gedetineerden al rook roken, wilden de bewakers dat volgens hem aanvankelijk niet geloven en zeiden ze dat er niets aan de hand was. Advocaat G. Roethof had in Nova een soortgelijke opmerking. Hij heeft indirect gehoord dat van hogerhand is gemeld dat er niks aan de hand was.

Het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampen–bestrijding (Nibra) deed in 2002 al een onderzoek naar het complex, dat nog niet in gebruik was, toen daar een brand uitbrak. Het gebouw voldeed in die tijd niet aan de veiligheidseisen. Het Nibra deed aanbevelingen om het complex brandveilig te maken. Maar er is nooit gecontroleerd of deze zijn opgevolgd. „Dat is niet onze wettelijke taak, maar van de gemeente die de bouwvergunningen verstrekt”. Dat de deuren in het afgebrande cellencomplex alleen handmatig konden worden geopend is volgens het Nibra niet uitzonderlijk.

Toch denkt J. van Hoorn, bestuurslid van de Vereniging van Gevangenisdirecteuren, dat de gevangenissen in Nederland geen onveilige gebouwen zijn. „Brandveiligheid en –preventie in gevangenissen is juist een van de speerpunten van het beleid.

Het speciale telefoonnummer van het Rode Kruis (0800–1351) werd donderdag ongeveer 950 keer gebeld. Veel mensen willen weten of familieleden bij de brand betrokken zijn. Ook advocaten waren donderdag druk met het achterhalen of hun cliënten onder de slachtoffers zaten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer