In de winkel en in de loods erachter staan koffie, thee, honing, chocola en suiker. Verder liggen de rekken vol met zelfgemaakte kaarten, materialen van bamboe en borduurwerk- en schilderwerk. Er zijn steeds meer bijzondere siervoorwerpen te koop, handgemaakt en zeldzaam. Enkele rijkversierde olifanten van rozenhout staan naast een groepje fraai uitgesneden vogels. „Deze vogels zijn vervaardigd van afval van tropisch hardhout. Door Argentijnse houtbewerkers die hun vakmanschap al geslachtenlang aan elkaar doorgeven”, zegt Hopman.Het 60-jarige lid van het managementteam van Goed Werk voelt zich als een vis in het water te midden van de gevarieerde waren. Goed Werk kwam voort uit de handelsactiviteit van TEAR fund. Hopman stond in 1985 aan de wieg van de stichting, die drie jaar geleden vanuit Amerongen naar Veenendaal verhuisde. Samen met een groepje andere medewerkers wist Hopman Goed Werk uit te bouwen tot een organisatie die vorig jaar een omzet van circa 700.000 euro behaalde.

Goed Werk handelt vanuit Bijbelse motieven. „We zijn gebonden aan de opdracht om te zorgen voor een rechtvaardige beloning, zeker voor de zwaksten. We zijn geen zendingsorganisatie, maar dat wil niet zeggen dat het missionaire doel van onze activiteiten voorbijgaat aan onze leveranciers.”

Goed Werk zet zich in een groot aantal landen vooral in voor de economische positie van kleine boeren en vrouwen. Dat gebeurt onder meer in India, Mexico, Bangladesh, Thailand, Peru, Argentinië, Sri Lanka en Mauritius. „Vrouwen vormen vaak een kansarme groep. Ze zijn weduwe of door hun man verlaten en hebben heel veel moeite om aan de kost te komen. Het hebben van werk heeft resultaat. Dat heeft invloed op het hele leven. Er komt geld vrij voor huisvesting, voeding, onderwijs en medische zorg. Daarvan profiteren dan weer vrouwen, kinderen en gehandicapten.”

Bij de ontwikkeling van de producten is de samenwerking met verwante organisaties in het buitenland van belang. „Onze collega in Engeland heeft een begeleider in dienst die bedrijfjes in Azië adviseert over veranderingen. De producenten moeten zich goed bewust zijn van een voortdurende ontwikkeling van producten. Dat is heel belangrijk, want de kopers hier willen steeds iets nieuws.”

Goed Werk verkoopt ongeveer 60 tot 70 procent van zijn goederen door aan Wereldwinkels. Een ander deel van de handel vindt zijn weg via een groep vrijwilligers. Daarnaast levert de stichting bijvoorbeeld kerstpakketten en Max Havelaarkoffie ook rechtstreeks aan particulieren, scholen en kerken.

Een flink deel van de 5500 lezers van het blad van Goed Werk is donateur. Sinds 2005 kent de stichting een club van honderd, mensen die jaarlijks 100 euro doneren en in ruil daarvoor een vipbehandeling krijgen, waardoor ze onder andere tegen groothandelsprijzen kunnen winkelen in het pand aan de Turbinestraat.

Er zijn ook bedreigingen. De snel groeiende economieën van China, Brazilië en de grote steden van India gaan de concurrentie aan met de bedrijfjes waarmee Goed Werk in zee gaat. Hopman reageert berustend. „Ik concentreer me op wat nu mogelijk is op het terrein van werk en scholing.” Hij heeft leren leven met het gegeven dat de mooiste tafelkleden soms worden vervaardigd door mensen die zelf niet eens een tafel bezitten. „Ik werd in dat verband eens getroffen door een tekst uit Job. Daarin wordt gesproken over mensen die met dorst de wijnpers treden.”

Werk met perspectief, zo omschrijft Hopman zijn baan. Als voorbeeld schetst hij de historie van een armetierig werkplaatsje in Sri Lanka. „Enkele mensen leverden ons aanvankelijk onderzettertjes en deegrollen, soms met de schimmel eraan. Om te huilen. Nu, enkele jaren later, is er sprake van een echt bedrijf waarin zestig mensen werkzaam zijn. Ze maken leuke houten puzzels, die je ook voor de sier kunt neerzetten. Er is water om een brand te bestrijden en ook een goed beveiligde stroomvoorziening. De werknemers hebben zelfs vakantie, ziektegeld en pensioen. En het straalt uit naar de omgeving. Vrouwen schuren thuis het hout glad en schilderen de puzzels.”

Ook op andere plaatsen worden de producten steeds aantrekkelijker en kwalitatief beter. „Ook de belangstelling neemt toe, mede door de toegenomen mobiliteit. Mensen die bij ons kopen, werken eraan mee dat er iets meer rechtvaardigheid in de wereld komt. Dat is mijns inziens een Bijbelse opdracht. ”