Blijvende zorg om inhoud Palestijns lesboek
DEN HAAG - Van vijandigheden of vooroordelen jegens Israël is in Palestijnse schoolboeken geen sprake, antwoordde minister Bot van Buitenlandse Zaken gisteren op kamervragen van SGP en CDA. Een rapport van het Center for Monitoring the Impact of Peace (CMIP) doet echter anders vermoeden.
Het centrum -gevestigd in Jeruzalem- bestudeert de inhoud van schoolboeken in de wijde regio van het Midden-Oosten. Het gaat na of kinderen onderwijs krijgen volgens waarden en ideologieën die de internationale gemeenschap onderschrijft. De conclusie van het rapport luidt dat de Palestijnse Autoriteit met de uitgifte van lesmateriaal niet bijdraagt aan de vrede en verzoening tussen Israël en de Palestijnen.Vijf jaar geleden begon de Palestijnse Autoriteit met de vervanging van Egyptische en Jordaanse schoolboeken door exemplaren van Palestijnse auteurs. Ze krijgt daarbij onder meer financiële steun van de Europese Unie. Nederland draagt via de Verenigde Naties bij aan het project. Het CMIP onderzocht de uitgave van dertig recente lesboeken.
De onderzoekers van het CMIP schrijven dat in de Palestijnse schoolboeken naast de islam nauwelijks iets is te lezen over andere religies, zoals christendom en jodendom. „De islam en zijn volgelingen zijn superieur aan alle andere religies. Joden en christenen zijn, in tegenstelling tot moslims, geen deel van Abrahams nageslacht. Bovendien worden de historische banden van de Joden met Palestina vrijwel genegeerd. In de schoolboekjes krijgt het zionisme het keurmerk van een racistische beweging die sterkte connecties heeft met het westerse imperialisme.”
Vooroordelen
Uit studie van het onderzoekscentrum blijkt verder dat geen enkel lesboekje spreekt over Israël als soevereine staat. Op topografische kaartjes is het land niet één keer te vinden. In sommige gevallen is zelfs ”Palestina” ingevuld op de plaats van het huidige Israël. „In de schoolboeken is Israël de bezettende macht sinds 1948 en exclusief verantwoordelijk voor de Palestijnse misère. Het Israëlische leger beschiet scholen, arresteert en martelt mensen, verwoest Palestijnse huizen, blokkeert wegen en vernielt de heilige plaatsen van moslims.”
De presentatie van Palestijns-Israëlisch conflict is volgens de onderzoekers doorspekt met vooroordelen. „Israël wordt verantwoordelijk gehouden voor de oorlog van 1948 en het vluchtelingenprobleem. Over de Arabische verantwoordelijkheid is niets te lezen, terwijl de Arabische naties de oorlog begonnen uit onvrede met de VN-resolutie uit 1947 die stichting van de staat Israël mogelijk maakte.”
Jeruzalem wordt in de Palestijnse lesboekjes geportretteerd als exclusief Arabisch. Er staat niets in geschreven over de sterke band die Joden met de stad hebben, zowel religieus als nationaal. Het rapport signaleert dat het ideaal van tolerantie op de Palestijnse scholen slechts vanuit islamitisch perspectief aandacht krijgt. De boeken zwijgen over tolerantie naar de Joden toe.
Geen vrede
In het lesmateriaal staat niets geschreven over een mogelijke vrede met Israël, laat staan dat die wordt aangemoedigd. In plaats daarvan ademen teksten in de boekjes de hoop op een uiteindelijke overwinning voor de Palestijnen en de verdwijning van de Israëli’s uit de regio. Belangrijk is volgens het CMIP dat de teksten in schoolboeken weliswaar niet letterlijk oproepen tot terreur tegen Israël, maar dat er veel positieve verwijzingen zijn naar jihad en martelaarschap.
Het CMIP is niet het eerste studiecentrum dat met een kritisch rapport komt over de inhoud van Palestijnse schoolboeken. Het George-Eckert-Institut in het Duitse Braunschweig signaleerde vier jaar geleden ook al dat de Palestijnse auteurs indirect oproepen op tot de strijd tegen Israël. Bovendien zou in die boeken het martelaarschap worden verheerlijkt van Palestijnen die het leven laten bij dit geweld. „Het recht van de Palestijnen om te sterven wordt in gedichten en teksten verheerlijkt”, zei directeur Falk Pingel van het onderzoeksinstituut toen in deze krant.
De SGP-fractie in de Tweede Kamer laat desgevraagd weten geen genoegen te nemen met de antwoorden van minister Bot. „De schoolboeken beïnvloeden de denkwijze van Palestijnse jongeren over het Palestijns-Israëlisch conflict. Nederland betaalt daar indirect aan mee. We gaan nog met het CDA overleggen hoe we de zaak opnieuw onder de aandacht van Bot brengen.”