Steun voor EU–globaliseringsfonds
STRAATSBURG/BRUSSEL (ANP) – De Britse premier en huidig voorzitter van de Europese Unie Blair heeft zijn steun uitgesproken voor een nieuw Europees fonds om de gevolgen van globalisering op te vangen. Het fonds moet mensen helpen om andere banen te vinden als hun werkplek verdwijnt naar lagelonenlanden. „Maar het fonds mag er niet toe leiden dat bedrijven zich niet aanpassen", zei Blair woensdag in het Europees Parlement, voorafgaand aan een EU–top over de Europese economie.
Met de steun van Blair is een belangrijke hobbel genomen voor een succesvolle top, die donderdag plaatsvindt in het Britse buitenverblijf Hampton Court bij Londen. Aanvankelijk leek de top uit te zullen draaien op een confrontatie tussen Blair en de Franse president Chirac, die meer bescherming van werknemers wil en Blair verweet het Europese sociale model op de helling te zetten.Chirac omarmde eerder al het plan van voorzitter Barroso van de Europese Commissie voor een globaliseringsfonds. Daarin zouden de jaarlijkse overschotten op de EU–begroting moeten terechtkomen. Nu stroomt dat geld elk jaar terug naar de Europese lidstaten. Barroso denkt op een termijn van zeven jaar in totaal circa 3,5 miljard euro in het fonds te kunnen stoppen.
Blair herinnerde donderdag aan de sluiting van autofabriek Rover in Groot–Brittannië. „Als regering hebben we niet de banen beschermd, maar wel de mensen. We hielpen ze een andere baan te zoeken. Dus op dezelfde manier gebruikt, kan het globaliseringsfonds goed uitpakken".
Vooral Frankrijk hikt erg aan tegen de gevolgen van de globalisering. Bedrijven verplaatsen hun fabrieken vanuit Europa naar landen met goedkopere en flexibelere werknemers. De Fransen verzetten zich daartegen. Een globaliseringsfonds zou hen tegemoet kunnen komen.
„Velen zien globalisering als een dreiging. Dat is het niet. Het is een kans", stelde Blair. „China en India komen sterk opzetten, dat is waar. En die landen gaan ook importeren uit Europa. We moeten zelfvertrouwen hebben dat we dat aankunnen".
De Britse premier zei daarbij de sociale voorzieningen in Europa niet te willen afschaffen. Deze mogen echter niet ten koste gaan van de economie. „De sociale dimensie moet mensen aan werk en welvaart helpen. Wat heb je er anders aan?"
Blair pleitte verder voor een reeks verbeteringen van de Europese economie. Zo wil hij Europese bedrijven en consumenten helpen met een versterkt Europees energiebeleid. „Te lang bepaalde elk land waar het zijn eigen energie vandaan haalt", stelde de EU–voorzitter. „Als we onze krachten bundelen, kunnen we vast beter inkopen bij de belangrijkste leveranciers van de Europese Unie".
Blair pleitte verder voor betere Europese universiteiten. Hij ziet dat de universiteiten in China en India momenteel sterk opkomen. „Europa moet daarom meer geld steken in wetenschappelijk onderzoek. Tegelijk moet de band met het bedrijfsleven worden aangehaald".
Hij ziet veel kansen voor gebundelde initiatieven in Europa, ook met bedrijven. „Kijk naar Airbus. Velen waren sceptisch toen we dat opbouwden. Nu concurreert de Europese vliegtuigbouwer met Boeing. We kunnen meer van zulke bedrijven vormen". De Britse premier pleitte verder voor ’gecontroleerde immigratie’.
Ook vroeg hij het europarlement om het verzet te staken tegen de liberalisering van de dienstensector, die voormalig eurocommissaris Bolkestein heeft voorgesteld. Daardoor zouden bedrijven makkelijker diensten kunnen aanbieden over de grens. „Dit is een noodzakelijk deel van de Europese vrije markt en is goed voor Europa", betoogde Blair tegenover de critici die een toevloed van goedkope Oost–Europese werknemers vrezen.
De fractievoorzitters in het Europees Parlement reageerden verdeeld op Blairs woorden. „Europa schreeuwt om hervorming", zei de liberaal Watson. Daarentegen waarschuwde de socialistische leider Schulz voor aantasting van sociale rechten. De communistische fractie vreest dat er nog meer Europeanen werkloos raken, zoals in bepaalde delen van Groot–Brittannië al gebeurt.
Blair meldde verder dat het Europees Parlement toch mag meebeslissen over de opslag van internet– en telefoongegevens. Groot–Brittannië heeft zich daar lang tegen verzet.