Rechter: Murat D. verhardt
DEN HAAG (ANP) - Het gaat niet goed met de behandeling van Murat D. Dat blijkt uit het vonnis van de rechtbank in Den Haag in de recentste zaak waarbij de pas 18-jarige Hagenaar betrokken was. Donderdag kreeg hij een jaar jeugddetentie opgelegd wegens een mishandeling in jeugdinrichting Teylingereind die ook dodelijk had kunnen aflopen.
„Hij lijkt meer verhard te zijn in zijn gedrag”, aldus rechter C. Dettmeijer. Zij baseerde haar conclusie op de leidende rol van Murat bij de groepsmishandeling in Sassenheim en op de weigering van de jeugdige Hagenaar mee te werken aan een psychologische behandeling.Verder heeft Dettmeijer recht van spreken, aangezien ze Murat al eerder voor zich heeft zien staan in het verdachtenbankje. In het voorjaar van 2004 was ze voorzitter van de jeugdstrafkamer die het vonnis wees tegen de jongen die op 13 januari van dat jaar conrector Hans van Wieren van het Terra College in Den Haag doodschoot in een volle schoolkantine. Murat kreeg volgens het volwassenenstrafrecht vijf jaar cel en tbs met dwangverpleging opgelegd.
Dat was opmerkelijk, aangezien Murat 16 was toen hij Van Wieren doodschoot. Het gerechtshof in Den Haag handhaafde het vonnis van de jeugdstrafkamer. Murats advocaat A. Moszkowicz begon daarop een cassatieprocedure bij de Hoge Raad. Die loopt op het moment nog.
De rechters spraken eind 2004 in hun uitspraak in hoger beroep nog de hoop uit dat Murat in de zomer van 2005 zou kunnen beginnen aan zijn tbs-behandeling. Op voorhand waren deskundigen gezien de persoon van Murat al weinig optimistisch over de kans op een succesvolle behandeling. Maar nog voordat die behandeling kon beginnen, beging Murat dus opnieuw een strafbaar feit.
Moszkowicz heeft de mishandeling in Teylingereind altijd gebagatelliseerd. Volgens hem ging het om niet meer dan wat geruzie tussen jongens, waarbij met stoelen was gegooid. Het openbaar ministerie en de rechtbank denken daar anders over. Volgens Dettmeijer heeft Murat „een leidende rol gespeeld” bij de zware groepsmishandeling, die plaatshad op tweede paasdag in de gebedsruimte van de strafinrichting. Murat en zijn vijf mededaders „mogen nog van geluk spreken dat het slachtoffer deze mishandeling heeft overleefd”, aldus de rechter.
Murat werd opnieuw berecht volgens het minderjarigenstrafrecht, omdat hij ten tijde van de mishandeling nog 17 jaar was.