Vierhonderd lezingen in vier dagen
ATLANTA - Het is de grootste conferentie ter wereld over de zestiende eeuw. Zeshonderd deelnemers kunnen tijdens vier dagen luisteren naar 400 lezingen die gehouden worden op 142 bijeenkomsten. De Sixteenth Century Society and Conference (SCSC) wordt sinds donderdag gehouden in Atlanta (VS). Ook veel theologen zijn aanwezig, omdat kerkgeschiedenis een belangrijk onderdeel is van de geschiedenis.
De SCSC, die zich bezighoudt met de studie van de vroegmoderne tijd, organiseert de bijeenkomst jaarlijks om uitwisseling van nieuw onderzoek en persoonlijke contacten tussen onderzoekers te bevorderen. De belangrijkste andere activiteit van de SCSC is de uitgave van een gerenommeerd academisch tijdschrift, het Sixteenth Century Journal.In vier dagen staan ruim 400 lezingen gepland, verdeeld over 142 bijeenkomsten. Concreet betekent dit dat er ongeveer twaalf lezingen tegelijkertijd op verschillende locaties worden gehouden en er zich voortdurend onderzoekers kriskras door het hotel van de ene naar de andere sessie spoeden. Uiteraard ontbreken boekhandels en uitgeverijen die zich specialiseren in boeken uit of over de zestiende eeuw niet.
Traditioneel neemt de theologie een belangrijke plaats in binnen de studie van de zestiende eeuw, mede omdat in de Verenigde Staten het onderscheid tussen geschiedenis en kerkgeschiedenis minder groot is dan in Europa. Bovendien zijn de zestiende-eeuwse politiek en cultuur niet te begrijpen wanneer theologische factoren niet worden verdisconteerd. De laatste tijd wordt het onderzoek naar de zestiende eeuw echter steeds minder theologisch ingevuld, maar steeds meer sociologisch. Dat geldt ook voor het onderzoek naar religie in de zestiende eeuw. Er gaan zelfs stemmen op om de theologie te weren uit het historisch onderzoek. Daarom is het volgens prof. dr. H. J. Selderhuis, hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, van groot belang dat theologen bij dit soort conferenties aanwezig zijn om hun onderzoek te presenteren en de relevantie van de theologie blijvend onder de aandacht van historici te brengen.
Hekserij
De thematiek van de lezingen is uitzonderlijk gevarieerd. Niet alleen wordt er aandacht geschonken aan de grote politieke bewegingen in de zestiende eeuw en aan de exegese van reformatoren, maar ook de impact die de Reformatie had op de gewone man of vrouw komt aan de orde. Daarnaast vormen internationale betrekkingen in de zestiende eeuw een speerpunt van het onderzoek. Meestal worden deze bestudeerd aan de hand van uitgebreide correspondenties per brief tussen belangrijke personen.
Uiteraard ontbreekt de studie van culturele aspecten niet. Zo wordt aandacht besteed aan de rol van het beeld in de zestiende eeuw. Er zijn echter ook meer exotische, of zelfs esoterische aandachtspunten. Zo zijn onderzoekers bezig met aspecten van hekserij en met de leer van Paracelsus, een bekende alchemist en occultist, die in onze tijd in occulte kringen weer volop aandacht krijgt.
In een sessie die was georganiseerd door prof. dr. P. Matheson van de universiteit van Melbourne werd donderdagmiddag ruime aandacht geschonken aan de geschiedenis van de Reformatie vanuit het perspectief van „de gewone man.” Problemen die in beeld komen zijn bijvoorbeeld: de verhouding tussen stad en platteland, de visie op het sterven, de rol van vrouwen en kinderen en uitingsvormen van vroomheid en lekentheologie. Studie van de sociale verhoudingen binnen de gereformeerde kerk in Frankrijk toont aan dat men zich druk maakte over de vraag of notabelen eerder mochten aangaan aan het avondmaal dan andere mensen. De bronnen die bij deze vorm van kerkgeschiedenis worden gebruikt, zijn op schrift gestelde gebeden, gezangen en getuigenissen in de volkstaal.
Kloosterleven
Toch stonden er ook typisch theologische onderwerpen op de agenda, zoals een sessie over de theologie van Maarten Luther, georganiseerd door prof. dr. R. C. Zachman van de universiteit van Notre Dame. Er werd gediscussieerd over verschillende aspecten van het denken van de Wittenbergse reformator. T. Maschke wees op enkele passages in het werk van Luther waarin hij zich positief over het kloosterleven uitlaat. De passages zijn zeldzaam omdat Luther meestal afgeeft op kloosters, monniken en alles wat daarmee te maken heeft, vanwege de achterliggende gedachte dat de kloostergelofte een verdienste zou zijn.
De Wittenberger reformator ziet echter een mogelijk positieve rol voor kloosters als plaatsen voor de opvoeding van kinderen tot goede burgers die dienstbaar zijn aan de samenleving en gehoorzaamheid leren. Direct na dit soort positieve opmerkingen zegt Luther echter dat er veel moet veranderen voordat kloosters zo’n positieve betekenis kunnen hebben.